United States or Åland ? Vote for the TOP Country of the Week !


En de glimlach, dien zij aan deze woorden paarde, maakte van deze samenspraak een idylle, waardig voor een bosch in den hemel. Een anderen keer zag zij hem strak aan en riep: "Mijnheer, ge zijt schoon, ge zijt lief, ge hebt verstand, ge hebt geest, ge zijt veel geleerder dan ik; maar ik durf u tarten wat betreft dit woord: ik bemin u!"

Atahualpa had hierin echter geen' lust, want ongetwijfeld zou Pizarro, zoo meende hij, Huascars rechten erkennen, en wat er dan gebeuren zou, was hem geen raadsel. Inplaats dus van bevel te geven Huascar te ontslaan en naar Caxamalca te voeren, beval hij, dat men hem in de gevangenis dooden zou en dit geschiedde ook.

Evenals de meeste Nubiërs, gaan ook de Barea half naakt: wat hen van dezen onderscheidt, zijn enkele sieraden, waaraan de negers over het algemeen zeer gehecht zijn, zooals halskettingen, armbanden, ringen, enz. Men vindt in hun land eene soort van zeer fraaie groene torren, die zij aan een draad rijgen en als een ketting om den hals hangen.

"Wat?" vroeg de oude heer, "zijt ge dan niet de molenaarsknecht, Frederik Schult, tot wien ik eens gezegd heb, dat ik aan hem denken zou?"

Men zout het gerecht naar smaak en mengt er wat bruin gebakken boter door, doet het in een vuurvasten schotel, bestrooit het met fijngestampte beschuit, plaatst er hier en daar een klein kluitje boter op en laat het in een vrij warmen oven staan, totdat het mooi bruin ziet, zorgdragende, dat het niet te droog in den oven komt. Het nat van de boonen kan men bewaren om er soep van te koken.

Als hij van woonplaats verandert, verandert hij ook van geloofsbelijdenis; nu eens behoort hij tot den griekschen, dan tot den latijnschen ritus. In ons dorp waren de Tsiganen Calvinisten, en lieten er zich vrij wat op voorstaan dat zij tot dezelfde kerk behoorden als de magyaarsche adel des lands. Zij beschouwden zich ook als verheven boven hunne buren de Walachen.

Nog een poosje bleef Douwes staan, doch hij begon te bedenken, dat hij er nog wel eens vijfentwintig bij kon krijgen, en daarom besloot hij maar bedaard aan het werk te gaan. "Soort zoekt soort," het stond er honderd vijfentwintig maal toen de klok vier uur geslagen had en meester op de plaats kwam. Douwes moest nu in de school. Al de kinderen waren weg. Wat zou er gebeuren?

De een was te dik; en zij noemde hem »het wijnvatEen andere was te lang: »Lang en smal, is te malDe derde te klein: »dik en klein, moet niet zijnEen vierde was te bleek: hij was, »de bleeke doodDe vijfde te rood: »de roode haanDe zesde was niet recht genoeg: »jong hout, dat achter de kachel gedroogd isBij ieder kwam er wat, maar 't ergst maakte zij het bij een goeden koning die heel bovenaan stond, en een beetje een scheeve kin had. »riep ze, »die heeft een kin zooals de lijster een snavel heeften sedert dien tijd heette hij »Koning Lijsterbaard

DOM. MANDERS. Verbeeld u toch,... voor een armzalige driehonderd thaler zich te laten trouwen met een gevallen vrouw! MEVR. ALVING. Wat zegt u dan wel van mij, die zich liet trouwen met een gevallen man? DOM. MANDERS. Maar de Hemel beware ons! Wat zegt u nu? Een gevallen man!

Wat zijn het voor majestueuse figuren, die er zoo priesterlijk uitzien en aangebracht zijn op den voorgevel van een paleis of den rand van een toren? Egypte heeft daar zijn stempel op gedrukt.