Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juli 2025


Men moet echter niet denken, dat een stam altijd bij dezelfde teekens blijft; integendeel, die worden zeer dikwijls veranderd, om het aan vreemden en aan vijanden zo moeilijk mogelijk te maken, hun teekenspraak te ontraadselen. Hadden de twee Roodhuiden gedacht, dat men op hun pantomime geen acht zoude slaan, dan hadden zij zich vergist.

"Een wolk van weemoed drijft door mijn gedachte, Dat er zoo lange jaren zijn vergaan, Voor dat ik wist het wezen te bestaan, Dat schooner bleek, dan 't ooit mijn hart verwachtte. En vreemden ziet mijn oog benijdend aan, Die 't schoone aanschouwden, maar het licht niet achten, Het godsgeschenk, dat hun de goden brachten In donkre onwetendheid zijn langs gegaan.

Hij zag den vreemden officier in de sneeuw neêrzinken en den jammerenden soldaat naast hem knielen, waarop hij den voerman dadelijk gebood naar hen toe te rijden, en, bij hen gekomen, liet hij stil houden, sprong uit de slede, hoorde de laatste woorden van den graaf, en zeide met eene ongemeene vriendelijkheid, August in de Duitsche taal aansprekende: "God zij met u, mijne vrienden!

En als de broeders niet gaan krakeelen, wie waarborgt ons dat ze te zamen niet overmoedig zullen worden, steeds hunkerende naar meer, totdat ze ten leste gaan inslapen op hunne lauweren. En dan, dan komen die vreemden opnieuw, en rukken de lauweren weg onder die slapende hoofden. 't Is reeds gezegd: Leer om leer!

Elinor moest zich midden in haar verhaal omkeeren om het overige gezelschap te ontvangen; Lady Middleton stelde de beide vreemden voor; Mevrouw Dashwood en Margaret kwamen meteen beneden, en allen gingen zitten om elkaar eens op te nemen, terwijl Mevrouw Jennings met haar verhaal voortging, onder de wandeling door de gang naar de zitkamer, ditmaal tegen Sir John.

Als machine de guerre tegen haar zwager gebruikte tante Sophie de onregelmatigheid van zijn huwelijk, op vreemden bodem gesloten.

Je hebt een vreemden vriend, hoor ik. Wie is hij? Waarom heb je mij niet over hem gesproken? Hij heeft zeker niet veel goeds met je voor? Stil Jim! riep zij. Je mag geen kwaad van hem zeggen, ik hoû van hem. Zoo, en je weet niet eens zijn naam, antwoordde de jongen. Wie is hij? Mij dunkt, ik heb toch wel recht dat te weten. Hij is mijn tooverprins.

Van Halen liet hun alles zien, legde het voordeel van den vreemden bouw en van iedere nieuwigheid uit en eindelijk slaagde hij er in, het viertal voor een zeereis aan te monsteren.

"Is dat uitblijve!" , klaagde tante Reggie. Hij glimlachte lichtschuw, pogend te zien wie er waren, struikelde haast over 'n matras, waarop vier kinderen sliepen. Bij de tafel zaten Suikerpeer, Essie z'n vrouw, tante Reggie, Dovid, Mijntje, de oudste dochter van Suikerpeer en twee vreemden, 'n magere man met 'n langen baard en 'n jong meisje met loskrullig zwart haar.

Hij was beschroomd tegenover vreemden, doch niet tegenover die personen, die hij dikwijls zag. Als hij het koud had, bedekte hij zich met een kleed. Eens hield men hem eenen spiegel voor, die dadelijk zijne aandacht trok; op zijne gewone groote bewegelijkheid volgde de volmaaktste kalmte. Met nieuwsgierigheid beschouwde hij het wonderlijke werktuig en bleef hij stom van verbazing.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek