Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
"De Kerels zijn immers Christenen als wij?" bemerkte Robrechts zuster, "Het moet te Veurne bijna toegaan gelijk hier te Brugge." "Neen, toch niet. Wel zijn zij Christenen; maar zij hebben nog vele voorvaderlijke gewoonten behouden, welke wij, Kerels in de steden, sedert lang hebben vergeten. Van den kerkelijken dienst moet ik u niet spreken, die is inderdaad overal dezelfde.
"Ik had een oogenblik gevreesd", zeide mher Rijkaard tot zijnen toekomenden schoonzoon, "dat gij lust kondet hebben om van het landgoed te Houthem uw zomerverblijf te maken. Het is wel een aanzienlijk eigendom, maar veel minder toch dan Ravenschoot, en het ligt bij Veurne, zoo verre van Brugge!" Robrecht had het hoofd gebogen en scheen in gepeinzen verzonken.
"Vrees niet, Dakerlia", ging hij voort, "gij zult in gezelschap van mijnen oom het vrije Kerlingaland bereiken. Gij begeeft u naar Veurne, naar Lampernisse, en blijft daar in veiligheid te midden uwer magen wonen, totdat betere tijdsomstandigheden mij toelaten u te gaan vervoegen ... Ach, u verlost weten, het verheugt mij ontzeglijk! Wees gij ook blijde, Dakerlia!"
In het Ambacht van Veurne breide men het volgende jaar «wulvenetten.» Verder betaalde men verscheidene «weynaers,» die, zegt de kastelnijrekening, «wulven ghevanghen hadden.» Talrijke spoorwegen doorsnijden de Vlaamsche Ardennen, en zullen onze uitstapjes vergemakkelijken.
Tot zooverre, dat de arme gravin niet weinige harer lieden ternauwernood haar kasteel te Veurne kon bereiken, van waar zij des nachts naar Duinkerke vlood ." Vijf jaar later begon de oorlog opnieuw. De Kerels belegerden de stad Berghen. Eene aanzienlijke heirkracht, onder bevel van Christiaan Van Praet, kwam hen aanvallen.
"Eilaas, daaraan denken wij niet meer", zuchtte Robrecht. "Late de goede God Dakerlia's vader genezen! Andere wenschen voeden wij niet; anders vragen wij niet in onze gebeden." Er lichtte eene vonk van blijdschap in Disdirs oogen; want de treurige woorden van Robrecht bevestigden de verborgene hoop zijns harten. "Ik twijfel niet, of wij zullen u binnen acht dagen te Veurne zien", zeide hij.
Reeds van in den vroegen morgen krielde de stad Veurne met lieden die zich uit alle gewesten van Kerlingaland zich derwaarts hadden begeven, en nog zag men elk oogenblik groote overdekte wagens voor de bijzonderste herbergen stilhouden. Niet al deze bezoekers waren geroepen, om als afgevaardigden der Ambachten in den Hoop te zetelen.
Binnen drie weken zou te Veurne de jaarlijksche Hoop der Gilden van Kerlingaland te zamen komen. Gunstiger omstandigheid kon zich niet voordoen. Men zou in de Hoop kennis geven van het gebeurde en van den ergen toestand der zaken, en dan, na rijp beraad, de afgevaardigden laten oordeelen wat de Kerels behoorden te doen.
Dezen waren belast met het beredderen der openbare belangen van de minne, en zetelden in de vierschaar en vonnisten, zoowel over stoffelijke gedingen als over wetsovertredingen en misdaden. Binnen de stad Veurne zelve, naar eenen hoek der Markt, was er nog eene vrije plek grond, die niet aan de overheid van den kastelein was onderworpen.
In verband hiermee zingen de kinderen te Veurne op kerstavond: Engeltjen, engeltjen Gabrieël, Woont zooverre van mijn kasteel, Op mijn kasteel alleene! Bak mij een koekjen kleene En een koekjen groot, Om te leggen Op Moeder Mariaatjes schoot! Te Gent noemt men dezen koek engelbewaarderskoek.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek