Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 september 2025
De man houdt op met het aaien van zijn haan, en bidt het angelus, opdat het lot hem gunstig moge wezen. In de huizen bidt men met luider stemme...ieder geluid dat niet dat van 't avemaria is, verdwijnt, verstomt. Niettemin gaat de pastoor, met een hoed op, haastig de straat over, en wekt de ergernis van veel oude vrouwtjes: en, nog schandelijker! hij gaat naar 't huis van den alférez.
De karavaan der zwarten, die het eerste deel van den dagmarsch met hun gewone luidruchtigheid hebben afgelegd, verstomt, terwijl ze hijgend de moeilijke helling opklauteren; de samenhang in den optocht gaat verloren en hoe hooger we komen, des te ernstiger en donkerder wordt het pad. Ter halver hoogte bevindt zich een smalle, groene vlakte, waarop eenige hutten van inboorlingen verspreid liggen.
Hij spreekt zacht maar kennelijk, aan sterke vreugde en rust zult gij Zijn woorden kennen. Doch hij spreekt niet tot wie zelfzuchtig is en bevreesd. In den storm van hartstocht verstomt Zijn geluid. Door de poorten der verneedering komt Hij ons hart binnen. Vreest niets en verlangt niets en alles geeft Hij u. Laat los, bangelijken, oopent de krampachtige handen!
De liefde en de krijgsdienst... ze voltrekken zich immers aan iederen levenden mensch! Het getier houdt aan; het is of ik een meeting bijwoon, zonder sprekers. Toch, er is er een; hij draagt uniform en beklimt een stoel. Meer uit nieuwsgierigheid dan eerbied verstomt het getier. »Vanaf dit oogenblik«, zegt de redenaar, »staan jullie onder militairen tucht«. Het gehuil verdubbelt...
Het gehuil van den Hyena verstomt, zij het dan ook voor korten tijd; het gegrom van den Luipaard houdt op; de Apen laten hunne keelgeluiden hooren en klimmen vol angst tot in de hoogste takken; de Antilopen ijlen in razende vlucht door de struiken; de blatende kudde houdt zich doodstil; de beladen Kameel siddert, gehoorzaamt niet meer aan het bevel van zijn drijver, werpt zijn last en zijn berijder af en tracht zich door een snelle vlucht te redden; het Paard steigert, snuift, blaast de neusgaten op en wil terug; de niet aan de jacht gewende Hond zoekt huilend bescherming bij zijn meester.
Met het uitbloeijen van de rozen trekt zij weg, en het lied van den lentezanger, den nachtegaal, verstomt. Wij worden haar vertrek niet aanstonds gewaar, want zij vertrekt stil en ongemerkt, en heeft aan haren broeder, den zomer, opgedragen, ons nog menige liefelijke bloem te komen brengen, opdat haar gemis ons niet te zeer zou bedroeven. Maar wat heeft zij ons dan nu eigenlijk gebragt?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek