Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 mei 2025
In elk opzicht heeft de stad Burgos recht, om trotsch te zijn. Niet slechts door haar vroomheid toch, of haar schoone gedenkteekenen munt zij uit. Zij kan bogen op eigen kracht, op de vruchtbaarheid harer omgeving, den roem harer helden, en den onuitputtelijken strijdlust, die hen bezielde tot hun grootsche daden. Burgos is Burgos, en haar naam zelf verkondt reeds haar roem.
Was ze u meer dan rijke bloeme, bloeiende in een vreemde gaard, Waar gy slechts de zorg mocht deelen, die haar voor het weêr bewaart? »Heb ik haar mijn hart geschonken 't was, gebogen op mijn kniên; 't Was met kinderlijken eerbied, zoo ik tot haar op dorst zien. Neen dat drukt niet op mijn boezem... maar een geest waart om my rond, Die in 't kleppren van zijn vlerken my een naamloos wee verkondt.
De Veldheer ziet het aan, en jammert in 't gemoed Om 't kwisten van een' dag, door 't morgen nooit vergoed. Zijn ongeduld ontvlamt; hy steunt op heldenkrachten, Geen hulp, geen' onderstand van ongeziene machten. Zijn spijt verkropt zich; maar het zwellen van 't gelaat Verkondt een hartsgeheim dat zich te wel verraadt. Het offer is verricht.
Een hemelhooge toren, als een reusachtig kantwerk gebeiteld, verheft zich uit haren schoot.... Alles verkondt, dat de kunst, de nijverheid, de koophandel eenige nog mogelijke bronnen van 's volks verheffing hier hunnen zetel hebben gevestigd. Antwerpen, redster van der vaderen naam, frissche, schoone, struische dochter van Vlaanderen, erfgename van den Vlaamschen roem, ik groet u!
Als ik uwer lokken zijde Van uw effen voorhoofd strijk, En, mijn handen aan uw slapen, U in de oolijke oogen kijk Dan gevoel ik me uw behoeder, En wat u geen woord verkondt Al mijn hoop spreekt en mijn liefde In de kussen van mijn mond. ’k Wil u eens wat zeggen, blondje, Dat gij niet begrijpen zult.... ’t Is, dat gij geheel mijn wezen Met iets liefelijks vervult.
Doch heden, welzeker! wie zou er in zijn plaats niet fiksch en blij zijn; blij vooral dewijl het de feestdag is van een vrouwtje: Als een gazelle rank; Als teedre lelies blank; Met kluistrend alvermogen In haar blij lachende oogen; En in haar rozenmond Die hem haar min verkondt: Een hemelsch reinen klank! O Eva mijn engel!
Tooveresse, daal ter neder! Immer blijde, maak ons blij! Geef ons scherts en spotlust weder, Breng ons jool en jokkernij, Knikjens, Blikjens, Vol van leven, Kortswijl uit des harten grond, Gulle lachjens, als daar zweven Over Hebees rozenmond Tot de rimpels zijn verdreven, En de schaterlach in 't rond, Vroolijke! uw triomf verkondt. Huppel, trippel, zachtjens, zoetjens, Op uw luchte feënvoetjens!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek