Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juni 2025


De eerste gedachte van Cyprianus betrof zijn vennoot, Thomas Staal. Hij had weldra het genoegen hem te ontdekken te midden van een groep mannen, die zich rekenschap trachtten te geven van den omvang van de ramp en daartoe op den rand der gevormde spleet stonden. Hij liep naar hem toe en ondervroeg hem.

Hij begaf zich dadelijk naar de wijk Tijske Bodron, waar de Heer Help Junior, vennoot van de firma Gebroeders Help, woonde. Het regende natuurlijk. Ik zeg natuurlijk, omdat te Bergen het jaar op driehonderd zestig regendagen gesteld wordt. Dus maar vijf of bij schrikkeljaren zes dagen droog weer.

Zij haastte zich dus er eene afleiding aan te geven: "A propos, mijnheer Cyprianus Méré," zeide zij, "weet gij wel dat uwe claim gedurende uwe afwezigheid uitmuntend is geworden en dat uw vennoot Thomas Staal op weg is een der rijkste mijnwerkers van de Kopjes-mijn te worden?" "Neen," antwoordde Cyprianus openhartig, "dat wist ik niet.

Het zijn de beste menschen, die ik ken," antwoordde Ole Kamp. »Zij zijn dan ook overal bekend en worden door alle zeelieden gewaardeerd." »Maar, beste Ole," vroeg Hulda, »als gij niet meer gaat varen, wat zijt gij dan voornemens ter hand te nemen. Een man moet toch een beroep hebben?" »Ja, daar heb ik al aan gedacht. Ik zal dan de makker, de vennoot van Joël worden.

De voormiddag van den anderen dag werd besteed om zijne vrienden te bezoeken, voornamelijk Thomas Staal, die werkelijk prachtige vondsten op de gezamenlijke claim gedaan had. De brave kerel uit Lancashire ontving zijn vennoot met de meeste hartelijkheid en kwam met Cyprianus overeen, dat Bardik en Li evenals vroeger hunne werkzaamheden hervatten zouden.

Ongelukkig, niet zoozeer voor zijn tijdelijk belang als voor zijn kunstroem en dien van Nederland, nam hij het aanbod aan, dat hem de oude Uilenburg deed, om diens vennoot in den kunsthandel te zijn, welk vak hij, na 's mans dood, zoo hier als in Engeland bleef uitoefenen: wat hem natuurlijk den tijd ontroofde, dien hij aan de behandeling van 't penseel had kunnen besteden.

Het was altijd de vennoot, die luttel had ingebragt, aan wien de kwade afloop geweten werd, hij was te dit of te dat; genoeg, een man, die geen geld heeft, en wat dan ook te is, wat is hij anders dan een verloren man?

Maar wat mij zeker voorkomt, dat is dat die Hannibal Pantalucci mij geheel den indruk heeft gegeven, dat hij meer van de verdwijning van den diamant afweet, dan hij wel zal willen bekennen. Wat een galgentronie heeft die man.... en welken schitterenden vennoot zal ik in hem aantreffen!... Maar bah! men moet roeien met de riemen die men heeft!

Woord Van De Dag

sexualiteit

Anderen Op Zoek