Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 september 2025


De singel bracht hem een weinig tot zichzelven, want er stonden aan weerszijden hooge boomen; maar die zaligheid was spoedig uit, vermits de stad, in een oogenblik van geldverlegenheid, voor een illuminatie op 's konings verjaardag een groote partij boomen had doen vallen, in wier plaats zich nu, op naam van jong plantsoen, eenige dunne twijgjes vertoonden, om het andere verschroeid.

Veel genoegen verschaft het, in het vroege voorjaar, d.w.z. tusschen de maanden Februari en April, Rozen in bloei te trekken. De Rozen, die men wil forceeren, vereischen een zeer zorgvuldige behandeling. Afgezien van de keuze der soorten, waarop wij later terugkomen, moeten de Rozen, die men in bloei wil trekken, reeds een jaar te voren in potten gekweekt zijn, zoodat zij goed vaststaan. Men plant deze Rozen, waartoe men krachtige struiken of halfstamboompjes gebruikt, in het voorjaar, of nog beter in den herfst, in potten. In de meeste gevallen zijn potten van 15 cM. hoogte en 12-15 cM. wijdte groot genoeg. De opgepotte Rozen moeten nu eerst gesnoeid worden. Bij dit snoeien moet men er op letten of men met zwak of met sterk groeiende soorten te doen heeft. Bij zwak groeiende soorten worden de twijgen op 3 of 4, bij sterk groeiende op 5 of 6 oogen teruggesneden, terwijl de zwakste twijgjes bij den stam worden afgesneden. Heeft men de Rozen in den herfst opgepot, dan worden zij in een luchtigen kelder gezet en slechts weinig begoten, zoodat de aarde maar even vochtig blijft. In het voorjaar worden de zóó overwinterde Rozen in een luchtige kamer gezet, en zoodra er geen nachtvorsten meer te vreezen zijn, zet men ze buiten. De in het voorjaar opgepotte Rozen graaft men, indien dit doenlijk is, geheel onder den grond, zoodat ook de twijgen zich onder de aarde bevinden. Zoo laat men ze staan, totdat zij goed wortel gemaakt hebben, hetgeen ongeveer 3

Hij ziet het ééne blad na het andere verwelken en afvallen; hij ziet de twijgjes verdrogen en de wortels ziek worden, totdat ten laatste zijn kweekelingen sterven en de eigenlijke oorzaak daarvan kan hij maar niet bevroeden. Den minsten last heeft men, wat gieten betreft, met die planten, welke het minst in de kamer gekweekt worden; namelijk met de water en moerasplanten.

De eigenaar van de herberg bracht met een trotsche houding ook een lepeltje te voorschijn, zijn eenig exemplaar, misschien een familiestuk, om de koffie mee om te roeren en leek zeer teleurgesteld, toen Ibro na een nauwkeurige inspectie het met minachting afsloeg en twee twijgjes van de haag brak, die voor het bedoelde gebruik moesten dienen.

Aanstonds werden de boeren voor den rechter ontboden: zij waren zeer ontroerd en trachtten met overvloed van woorden hunne onschuld te betuigen. De ket khoda beval toen aan zijn mirza, vijf juist even lange twijgjes af te snijden van een granaatboom, die, zooals ieder weet, met wonderbare krachten begaafd is.

Het leven van het Barmsijsje is even nauw verbonden aan de aanwezigheid van berkenbosschen, als het bestaan van den Kruisbek van de naaldhoutbosschen afhangt. In het berkenwoud vinden onze Vogels in den winter zaden, in den zomer gedurende den broedtijd Insecten in zeer groote hoeveelheid. Kort nadat zij op hunne broedplaatsen aangekomen zijn, verstrooien deze overigens zoo gezellige Vogels zich in meerdere of mindere mate, om zich te wijden aan den bouw van hunne nesten. Deze zijn meestal laag boven den grond op struikachtige berken gelegen, komen, wat het bouwplan betreft, het meest met die van onze Kneutjes overeen, zijn napvormig en bestaan uit fijne twijgjes, die de onderlaag , halmen, bladmossen, korstmossen en haren, die den wand , alsmede uit veeren, die de binnenbekleeding vormen. De 3

Terwijl hun maaltijd te vuur stond, kapten zij twijgjes en bladeren, die voor legerstede moesten dienen. Boven het hoofdeinde maakten ze van grootere takken een afdakje. Kees verkende nu nog even de naaste omgeving, doch nergens was eenig spoor van menschelijk leven te bespeuren. Toen de beide mannen gegeten hadden, legden ze zich neer om te gaan slapen.

Kersen en krieken, pruimen en peren hadden reeds gezet en de vergankelijke weelde van hun eenmaal sneeuwwit bloeisel hing, als in bruine, verschrompelde lapjes, aan de dunne, naakte twijgjes; maar al de appelboomen stonden in hun rijksten prachttooi en 't waren alom als groote, witte en roze, tooverpaddestoelen, als boomen uit een Paradijsdroom, door een wonder van heerlijkheid op aardschen bodem overgeplant.

Woord Van De Dag

slonsige

Anderen Op Zoek