Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
In het voorjaar worden de overwinterde planten flink teruggesneden en in zeer voedzamen grond verpot. De vermenigvuldiging geschiedt in het voorjaar door stekken, genomen uit de jonge scheuten, die dan in juist zooveel stukken gesneden kunnen worden, als zij oogen hebben.
Deze twijgen worden nu, al naar de soort en naar haar sterkte, op 3 tot 6 oogen teruggesneden, waarbij men er op moet letten, dat het bovenste oog steeds naar buiten is gericht; dit is hoognoodig om te voorkomen, dat de jonge scheuten in elkander groeien, doch een goed gevormde kroon maken.
Veel genoegen verschaft het, in het vroege voorjaar, d.w.z. tusschen de maanden Februari en April, Rozen in bloei te trekken. De Rozen, die men wil forceeren, vereischen een zeer zorgvuldige behandeling. Afgezien van de keuze der soorten, waarop wij later terugkomen, moeten de Rozen, die men in bloei wil trekken, reeds een jaar te voren in potten gekweekt zijn, zoodat zij goed vaststaan. Men plant deze Rozen, waartoe men krachtige struiken of halfstamboompjes gebruikt, in het voorjaar, of nog beter in den herfst, in potten. In de meeste gevallen zijn potten van 15 cM. hoogte en 12-15 cM. wijdte groot genoeg. De opgepotte Rozen moeten nu eerst gesnoeid worden. Bij dit snoeien moet men er op letten of men met zwak of met sterk groeiende soorten te doen heeft. Bij zwak groeiende soorten worden de twijgen op 3 of 4, bij sterk groeiende op 5 of 6 oogen teruggesneden, terwijl de zwakste twijgjes bij den stam worden afgesneden. Heeft men de Rozen in den herfst opgepot, dan worden zij in een luchtigen kelder gezet en slechts weinig begoten, zoodat de aarde maar even vochtig blijft. In het voorjaar worden de zóó overwinterde Rozen in een luchtige kamer gezet, en zoodra er geen nachtvorsten meer te vreezen zijn, zet men ze buiten. De in het voorjaar opgepotte Rozen graaft men, indien dit doenlijk is, geheel onder den grond, zoodat ook de twijgen zich onder de aarde bevinden. Zoo laat men ze staan, totdat zij goed wortel gemaakt hebben, hetgeen ongeveer 3
In iederen pot plant men, al naar de grootte, van 8-12 kiemen, waarvan de wortels voor het planten op ongeveer 10 cM. lengte teruggesneden moeten worden. Hierop neemt men den pot, legt enkele scherven op den bodem, waarna er een laagje aarde op wordt gebracht, dat een weinig wordt aangedrukt.
De wortels der te planten kiemen worden op 10 cM. lengte teruggesneden. Men doet dan, tot aan de onderste gaatjes, aarde in de piramide en legt door ieder gaatje op die hoogte, een kiem en wel zoodanig, dat de neus geheel uit het gaatje steekt. Zijn op deze wijze al de onderste gaatjes gevuld, dan brengt men er een laagje aarde op tot aan de tweede rij.
Iedere pot met Isolepis bevat een zeer groot aantal dicht te zamen groeiende grasplanten, waarvan de middelste geel worden, wanneer men haar niet ieder jaar uit den pot neemt en in vier, vijf of zes stukken verdeelt. Nadat men dan de halmen teruggesneden heeft, wordt ieder deel in een ongeveer 10 cM. wijden pot, in goede, zandige broeiaarde, niet te vast, opgepot.
Zijn de oude planten in het voorjaar uitgebloeid, dan worden zij teruggesneden, waarop zij gemakkelijk zullen uitloopen. Deze uitloopers worden als stekken gebruikt en zijn ze beworteld, dan kan men de moederplanten wegwerpen.
Worden zulke heesters te wild, dan moeten zij, zoodra ze uitgebloeid zijn, teruggesneden worden. Ook de Sering levert hiervan een duidelijk voorbeeld. De Roos behoort ook tot de planten, die niet juist als een Fuchsia gesnoeid mogen worden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek