Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juli 2025


De binnenste laag van dezen beursband scheidt eene vloeistof af, die de kraakbeenachtige binnenbekleeding van de gewrichtspan zoowel als die van de gewrichtsholte bedekt, aldus de beweging gemakkelijker maakt en afslijting voorkomt. Men kan dus zeggen, dat het gewricht wordt "gesmeerd". De beenderen zijn gewoonlijk omgeven door vleesch.

De broedtijd van den Vlaamschen Gaai valt in de eerste lentemaanden. In Maart begint het paar met den bouw van het nest; in het begin van April is het broedsel gewoonlijk voltallig. Het nest staat zelden hoog boven den grond, soms in den top van een lagen boom, soms in de kroon van een hoogeren, hetzij in 't midden van deze dicht bij den stam, of aan den buitenkant in de twijgen. Het is niet bijzonder groot; de onderste laag bestaat uit fijne, dunne rijsjes, de daarop volgende uit heide of dorre stengels van kruiden, de binnenbekleeding eindelijk uit fijne worteltjes, die zeer netjes gerangschikt zijn. De 5

Snorrende en scherpe geluiden, die zeer veel gelijken op den als "tsie" of "tsiek" klinkenden loktoon, zijn de bestanddeelen van het gezang, dat door het mannetje uren achtereen onder allerlei wendingen en bewegingen van het lichaam voorgedragen wordt. Het niet bijzonder dikwandige nest, dat toch werkelijk goed gebouwd is en aan zijn buitengewone breedte gemakkelijk herkend kan worden, is hoog of laag geplaatst, rust op zwakke of althans dunne twijgen, maar is gewoonlijk goed verborgen. De eerste grondslag van dit gebouw bestaat uit droge rijsjes, stevige grashalmen, worteltjes en dergelijke materialen, de tweede laag uit grovere of fijnere bladmossen en korstmossen, de binnenbekleeding uit wortelvezels, varkensborstels, paardeharen, schapenwol en dergelijke stoffen. De 3

Het leven van het Barmsijsje is even nauw verbonden aan de aanwezigheid van berkenbosschen, als het bestaan van den Kruisbek van de naaldhoutbosschen afhangt. In het berkenwoud vinden onze Vogels in den winter zaden, in den zomer gedurende den broedtijd Insecten in zeer groote hoeveelheid. Kort nadat zij op hunne broedplaatsen aangekomen zijn, verstrooien deze overigens zoo gezellige Vogels zich in meerdere of mindere mate, om zich te wijden aan den bouw van hunne nesten. Deze zijn meestal laag boven den grond op struikachtige berken gelegen, komen, wat het bouwplan betreft, het meest met die van onze Kneutjes overeen, zijn napvormig en bestaan uit fijne twijgjes, die de onderlaag , halmen, bladmossen, korstmossen en haren, die den wand , alsmede uit veeren, die de binnenbekleeding vormen. De 3

Een nest, dat op een goed beschutte plaats gebouwd is, doet gedurende een lange reeks van jaren dienst, misschien niet alleen voor de bouwmeesters, maar ook voor hun nageslacht. Beschadigde gedeelten worden zorgvuldig hersteld, voordat het broeden begint; de binnenbekleeding wordt geregeld vernieuwd; overigens echter wordt er aan het nest niets veranderd, zoolang het in stand blijft.

De buitenste laag bestaat uit lange, dunne, buigzame takken, die dikwijls uiterst los ineengevlochten zijn; de dichtere binnenbekleeding is met den buitenwand dikwijls slechts losjes verbonden; zij wordt van fijnere wortels, van op boomen groeienden korstmossen en misschien ook wel van halmen vervaardigd.

Eenige paren hebben zich in de kooi voortgeplant. Het Roodborstje verschijnt bij ons reeds in het begin van Maart, indien de weersgesteldheid dit maar eenigszins toelaat; het heeft echter in het vaderland, waar het de komst van de lente aankondigt, dikwijls nog veel te lijden van koude en gebrek. Alleen en onder luid geroep reist het des nachts door de hooge luchtlagen en strijkt met het aanbreken van den dag in wouden, boschjes of tuinen neder om hier uit te rusten en zich te verzadigen. Zoodra het zich voorgoed in een streek gevestigd heeft, weergalmt het bosch van zijn luidklinkende lokstem, een scherp "sjniekeriekiek", dat dikwijls herhaald wordt en soms trillerachtig klinkt; bij de eerste warme zonnestraal hoort men ook zijn fraai gezang. Als men nagaat, vanwaar het geluid komt, ziet men op de toptwijg van een der hoogste boomen van het bosch het mannetje zitten, opgericht met eenigszins afhangende vleugels en opgeblazen keel, in een waardige, fiere houding, ernstig, deftig, alsof het den gewichtigsten arbeid van zijn geheele leven verrichtte. Het zingt reeds in de morgenschemering en gaat hiermede voort, totdat de nacht begint, in de lente zoowel als in den herfst. Vol ijverzucht bewaakt het zijn gebied en duldt hier geen ander paar; het gebied van het eene paar grenst echter onmiddellijk aan dat van het andere. In het midden van het district, dat ieder paar als zijn eigendom beschouwt, staat het nest, steeds dicht bij of op den bodem, in uithollingen van den grond of in door rotting hol geworden boomstronken, tusschen wortels, in het mos, achter graspollen, zelfs in de verlaten holen van sommige Zoogdieren, enz. Droge boombladen, waarmede zelfs een zeer groot hol gedeeltelijk gevuld wordt, mos, droge stengels en bladen of mosplantjes alleen worden samengeweven om den buitenwand van het nest te vormen; fijne worteltjes, halmpjes, haren, wol, vederen, die sierlijk laagsgewijs bijeengevoegd zijn, vormen de binnenbekleeding. Als de wanden van het hol zich niet over het nest heen uitstrekken, wordt hierover ook nog een dak gebouwd, waaronder zijdelings een ingang is aangebracht. In het einde van April of in het begin van Mei is het vereischte aantal eieren, 5

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek