Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 mei 2025


Dit is de lenigheid en de triomf van de schoonheid-grijpende ziel te midden van den hartstocht der opstandigheid.... En dìt, vooral dìt, de triomf van de lenige en vrije ziel die de schoonheid grijpt te midden van het vertwijfelen aan den zin en de rechtvaardigheid van het leven: In donkren hoek van levens tuin verschrompeld, Door 't eenig-welig onkruid overrompeld, O Hart, gelijk een rozeknop beklemd, En als een tulp in eigen bloed gedompeld!

Hóóg op haar stengel, stond de roode tulp boven hen uit, héél stil, in zich wetende haar eigen gouden bloemhart, de goedheid van de sterren, en de liefde van de Zon, die haar morgen-tranen zacht weggekust had. Maar toen de Zon den volgenden morgen haar blij-open kelk binnen-jubelde, zag Ze, op een van de glanzende bloem-bladen, een zwart kruis. Toen kuste Ze de tulp nog teerder dan gisteren.

Ze staken vuurtjes aan, die rond-vraten rondom het hooge vlammende vuur-rood van de bloem, en hoopten zoo, door boozen rook en walm, het schoon van de glanzende, boven hen uitstralende tulp te overstemmen. 't Werd Zomer. Toen stierven, op een heerlijken, lichten zòn-dag, al de witte madeliefjes. Een booze, zwarte man met een zeis kwam 't gras maaien waarin ze stonden.

De tulp antwoordde altijd zoo goed, zoo vriendelijk ze kon; maar toch met de zekerheid van niet begrepen te kùnnen worden. De madeliefjes begonnen haar te verdragen; maar bleven toch wantrouwend. Ze meent niets van al haar liefheid! Deed ze maar wat gewoner, net als wij! Maak je bladen wit, en buig je wat voorover! raadden de besten.

Zoo telle men hier, van de Brouwersgracht af, met 2, 4, 6, 8 enz., en aan de overzijde, waar de kerk staat, 1, 3, 5, 7 enz., zonder de nummers te laten doorloopen nadat men de straat voorbij is. Op de volgende gracht woonde de vermaarde regent en geneesheer Tulp. Zou het slecht klinken zoo men sprak van: "Keizersgracht, Tulp-Kaai, No. 2, 4 enz.?"

De ramen waren beneden breeder dan boven, en als de musschen er doorheen keken, dan kwam iedere kamer haar als een tulp met de bontste kleuren en schakeeringen voor. Midden in de tulp echter stonden witte menschen; deze waren van marmer, enkele ook van gips; doch met musschenoogen bekeken, komt dat al zoo wat op hetzelfde neer.

In 1559 kwamen de Tulpen in Duitschland, en in het begin der zeventiende eeuw werden ze hier te lande ingevoerd. Nergens heeft de Tulp zoo'n opgang gemaakt als in ons land, en nergens heeft zij tot zulke dolzinnige speculaties aanleiding gegeven. Van af 1634-1637 waren het de meest in trek zijnde handelsartikelen op de markten van Amsterdam, Utrecht, Leiden, Rotterdam, enz.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek