Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 november 2025
Die niet van zee en bergen, doch meer van bosch en veld houdt, kan hier ook genieten. Al de hier vlak omliggende, met tram of trein in tien
Ik was het centrum van 't bestaan geworden. Even sprak ik hardop in 't stille van de wachtkamer en merkte niet eens dat de overige reizigers mij vreemd aankeken. Toen de trein voorkwam stapte ik er machinaal in en toen hij een half uur later in het Pennsylvania Depot stilhield, stapte ik er machinaal uit, zonder beseft te hebben dat ik er mee gereisd had.
Mijn meester was van plan om Parijs binnen den kortst mogelijken tijd te bereiken; eerst te Parijs zou er voor ons kans bestaan om gedurende den winter eenige voorstellingen te geven, maar hetzij hij geen geld genoeg had om dezen afstand met den trein af te leggen, of om welke andere reden ook, wij moesten te voet den weg volgen, die Dijon van Parijs scheidt.
En door die felle klaarheid beweegt nu de lange trein rietwagens, zwarte wagens, bevracht met achter en voor in een boog afhangende halmen-bundels, groene, bruine, paarsige; de grauwe buffels en de roodbonte ossen trekken bedaard stappend. De karrevoerders zitten half in slaap: hun beesten kennen den draai van den weg naar de weegbrug.
"Ten zeven uur drie en twintig minuten," antwoordde Gauthier Ralph, "en de volgende trein komt eerst tien minuten over twaalven aan." "Welnu, mijne heeren," hernam Andrew Stuart, "zoo Phileas Fogg met den trein van zeven uur drie en twintig was aangekomen, zou hij reeds hier zijn. Wij kunnen de weddenschap dus als gewonnen beschouwen."
Maar comfortabel was het reizen in den trein al evenmin als dat per araba, en gemakkelijk waren de plaatselijke autoriteiten ook al niet. Eén passagierstrein rijdt per dag in elke richting op den Anatolischen spoorweg, en van nachttreinen en restauratiewagens is nog geen sprake, zoodat de reizigers te Konia en te Eskesjir moeten logeeren in door de spoorwegmaatschappij gebouwde hotels.
Aan beide kanten van den spoorweg zakten de sluitboomen, als twee lange, dunne, strakke armen zonder handen neer, een horen toeterde, een electrisch belletje rinkelde, een man kwam met een vuilrood vlaggelapje op zij van het wachthuisje staan. Hou hou, Belleken! Hou hou, Belleken!" paaide Standje, de merrie bij den breidel vasthoudend. Daar naderde de trein!
De sluitboomen worden dwars over den weg bij 't kleine station gesloten. Een trein komt aan. Ik stap van mijn rijwiel en blijf even wachten. Het stationsgebouwtje is van rooden steen met witte randjes. Het is lang en vrij laag, plat neergehurkt als 't ware naast het dubbele railspoor. Aan beide uiteinden, dichtbij het bruin omheiningshek, schitteren twee miniatuurbloementuintjes.
Hebt gij geen trein te uwer beschikking?" "O ja wel! Zooveel wagens als gij maar wilt! En de verantwoordelijkheid zou ik ook met alle pleizier op mij nemen, als ik maar eenigszins aan het welslagen gelooven kon. Maar er komt nog heel wat anders bij kijken. Wie zal den trein besturen?
Maar na dien enkelen trek was de trein al verdwenen en zoo gauw uit zijn gedacht en hij schuifelde zijn eerste deuntje en hinkte voort over den zinderweg langs de zwarte paalstaken. Aan 't ijzeren hek bij den los van de goederen stonden er al veel kerels van zijne soort.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek