United States or Australia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Was hier noch bedrog noch list in het spel, en schonk men de poorterij deze bevrediging, dan moesten zij zich stilhouden en geene reden geven tot nuttelooze bloedstorting. De Tancmars, beschaamd en verschrikt, kwamen uit het klooster en schikten zich elk tusschen twee ridders, om tegen de woede des volks beveiligd te zijn. Men leidde hen over de Markt, in de richting der Bouverypoort.

Wel zegt men dat zij trotsch is, doch dat misstaat eene edelgeborene jonkvrouw niet. Daarbij, zij is eene der rijkste erfgenamen van Vlaanderen." "Maar, Witta, haar vader is een Isegrim; een dergenen die samenspannen met de Tancmars, onze vijanden, en met de Leenheeren, die de Kerels der Ambachten van hunne vrijheid hebben willen berooven."

Ben enkel poorter weigerde eenen voet te verzetten, en kwetste zelfs een der wapenknechten met zijn mes. Hij werd doorstoken en viel neder in zijn bloed. Toen de andere poorters dit zagen, vloden zij allen met groot gekerm van den burg en liepen op de Markt en door de straten, met de handen in de hoogte, schreeuwende: "Wacharm! Wacharm! De Tancmars zijn in de proostdij!

"Wie weet, hebben zij de wapenboden daartoe geen bijzonder bevel gegeven? Onverbiddelijk zijn de Tancmars in hunnen haat." "Maar neen, de wapenboden zijn nog verre; mher Wulf kan niets van de afkondiging verstaan", bemerkte de proost. "Ach, hij hoort zoo verwonderlijk scherp, en hij ligt onder het venster bij de straat", klaagde Robrecht.

"Nu begrijp ik", zeide de kastelein, "waarom Rambold, Tancmars neef, zoo vol vertrouwen overal verzekerde dat Robrechts huwelijk met jonkver Van Woumen niet zou voltrokken worden. Hij wist het dus op voorhand!" "Daarin misgrijpt zich mijn oom, de kastelein", zeide de jonge ridder.

Maar de Tancmars, die niets zoeken dan de Kerels tot geweld aan te hitsen, om ze dus bij den graaf gehaat te maken, hebben den vrede niet geëerbiedigd en mij dagelijks met zooveel boosheid getergd en vernederd, dat ik eindelijk, bij die laffe verduldigheid, mij zelven begon te verachten.

Hij zou zijnen neef helpen, hem de middelen bezorgen om de Tancmars te straffen. Nu was het te laat voor heden: de avond begon reeds te vallen. Maar Burchard hoorde niets; hij hield, met eenen lach als een tijgergrijns op den mond, zijnen blik naar de deur ... "Nu, Burchard, blijf moedig; wees getroost", zeide hem Robrecht Sneloghe.

Zij waren door het gevoel van dit gevaar verbitterd. Tegen den koning en tegen het ridderleger konden zij niets. De Tancmars, welken zij reeds sedert jaren eenen diepen haat hadden toegedragen, boden zich nu van zelven tot doel hunner gramschap aan.

Mher Vos veranderde eensklaps van toon, en het was met zekere bekommerdheid, dat hij zeide: "Ik was niet tegenwoordig bij den moord; toen men mij de erge gebeurtenis kwam melden, lag ik nog te bed, wees daarvan zeker." "Ik weet het", mompelde Robrecht. "Misschien hebt gij Tancmars zonen zien dooden?" "Neen, neen, in mij bijzijn is er geen druppel bloed gestort.

Terwijl de meeste Erembalds den glimlach op de lippen hadden en luidop spraken, fluisterden de Tancmars in stilte. De eersten, door de welsprekendheid van Bertulfs pleitrede aangemoedigd, twijfelden niet aan den goeden uitslag hunner zaak; de vrienden van Rambold vreesden integendeel dat hij, als stichter en als eerste oorzaak van het kwaad, zou worden veroordeeld.