Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 mei 2025
Voordat de duisternis inviel richtten Kin-Fo en zijn gevolg zich eenigszins huiselijk in het gebouw in en aten daar met den gewonen trek van lieden, die een flinken tocht achter den rug hebben. Maar met het gesprek wilde het niet vlotten. Een of tweemaal trachtte Kin-Fo het op Lao-Shen te brengen. Hij vroeg den gids, wat deze Taï-ping er voor een was, of hij hem kende.
Maar Tchoung Héou was een van die ouderwetsche mannen, wien een gast heilig is. Eenige jaren later werd de opstand geheel onderdrukt. In 1864 nam keizer Taï-ping, in Nan-King belegerd, vergif in, om niet in de handen der keizerlijken te vallen. Wang was sedert dien dag in het huis van zijn weldoener gebleven. Nooit behoefde hij inlichtingen omtrent zijn verleden te geven.
Soun was geheel verbazing en herhaalde verscheiden keeren bij zich zelf: »Mijn meester is ongetwijfeld krankzinnig geworden, maar dat doet er niet toe; ik vaar er wèl bij." Ditmaal kon Kin-Fo er niet meer aan twijfelen. Wang wilde hem dooden in de kiosk van het »Leven," waar hij zich zelf reeds den dood had willen geven, en daarom had de Taï-ping zijn doodkist naar dat paviljoen laten overbrengen.
»Voor geen prijs ter wereld!" zoo verbrak eindelijk de Taï-ping het stilzwijgen. »Gij hebt Bouddha beleedigd door het leven te minachten dat hij u geschonken heeft, en Bouddha wil gewroken worden. Slechts door den dood kunt gij de volle waarde leeren erkennen van het voorrecht dat gij zulk een geruimen tijd hebt miskend!"
De philosoof had hem met een ernstig gelaat aangehoord, alleen nu en dan een snellen blik werpende op het portret van den koning Taï-ping, dat de kamer versierde, een portret dat hem hij was er nog niet mee bekend ten erfdeel beschoren was. »Je schrikt dus niet terug voor de verplichting, die je op je neemt om mij te dooden?" vroeg Kin-Fo.
Tchoung Héou, de vader van Kin-Fo, bewoonde toen eene plaats dicht bij Shang-Haï, niet ver verwijderd van de prachtige brug die de Chineesche ingenieurs over de rivier van Sou-Tchéou hebben gelegd. Hij sloeg den opstand der Taï-ping met zeker welgevallen gade, wijl hij hoofdzakelijk tegen de Tartaarsche dynastie gericht was.
Na aan de jonge weduwe zijn huis te Shang-Haï vermaakt te hebben en aan Wang een portret van den keizer Taï-ping, dat de wijsgeer altijd met bijzondere voorliefde beschouwd had, alles natuurlijk buiten de kapitalen op zijn leven bij de maatschappij de Eeuw verzekerd beschreef Kin-Fo nauwkeurig de volgorde en den marsch der personen die aan zijne begrafenis zouden deelnemen.
»Spreekt men in deze streek niet van een zekeren Lao-Shen?" vroeg Kin-Fo verder. »Lao-Shen, den Taï-ping?" »Ja." »Zeker," antwoordde de gids, »maar gij hebt niets van hem te vreezen aan deze zijde van den Grooten Muur. Hij durft zich niet op Keizerlijk grondgebied te wagen. Aan gindsche zijde zwerft zijn bende de Mongoolsche provinciën rond." »Weet men waar hij op dit oogenblik is?" vroeg Kin-Fo.
De Tchang-Mao of Taï-ping, de »oproerlingen met de lange haren" hadden zich in 1853 van Nan-King en in 1855 van Shang-Haï meester gemaakt. Na den dood van S' Hiène-Fong had zijn jeugdige zoon al zijne krachten noodig om de Taï-ping te verdrijven.
Zonder den onderkoning Li, zonder vorst Kong en vooral zonder den Engelschen kolonel Gordon zou hij er waarschijnlijk niet in geslaagd zijn zijn troon te behouden. De Taï-ping, de verklaarde vijanden van de Tartaren, goed ten opstand toegerust, wilden de dynastie der Tsing vervangen door die van de Wang.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek