Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
En Taurus schold haar, in hare ruggen, dat zij zich reppen zouden. Zij gingen, acht moede, slepende meiden. Zij liepen de Suburra af, tusschen de straatjongens, die vloekten omdat zij dwars door hun spel moesten gaan en die gemeene woorden riepen; zij riepen achter zich gemeene woorden terug. Zij gingen, de acht, naar de tonstrix, van Gymnazium, die woonde het dichtst.
Ik sluit, Lavinius Gabinius, zei Nilus; de stedewacht is wel niet te zien, als er in de Suburra een oploop is, maar het uur is toch al lang voorbij en ik sluit: boete is ondankbaar geld.
Een huis ingestort, en het hoeveelste al?? Was het niet een schande, zoo als ze bouwden? Moest er eindelijk geen wèt daarop komen? En het drong, het drong alles, het stuwde voort, in nieuwsgierigheid en verontwaardiging, het stroomde voort in een onweêrstaanbaren drang. In de straat, waar de ramp geschied was, was de geheele Suburra leêg geloopen.
.... Ja, riep Cecilius zijn broêr in de rede; achter de Suburra, in het huis met de vijf verdiepingen, waar de voller...., rechts.... En links de slavenkoopman!! riep Cecilianus achter zijn hand den cliënt na, die zich weg haastte.... Kunnen jullie d
Op den drempel duwde hij de drinkers weg. De Suburra, tusschen bordeel en taveerne, was vol, vol van gedrang, geschreeuw, geblaf, gekrijsch, gebulder, gegil. Maar Nilus' deur, plots, kwakte toe. Twee Gallen, buiten gesloten, smeekten, bonsden op de deur, werden nog even binnen gelaten. Toen, meêdoogenloos, schoven de grendels voor. De slaven ruimden het vaatwerk af van de tafels.
En hij zag uit het eene opene, glaslooze raampje; dat zag uit over de Suburra, de Carinæ en het Forum heen, in de richting van den Palatinus en den Capitolinus.... Achter den tempel van Jupiter Capitolinus daalde de zon in een wijde stofpoeïering van gouden atomen, in een stralenkrans van wemelend goudstof.
Zij had haar zelfden welwillenden, goedmoedigen, moederlijken godinneglimlach, neêr glanzende in den geel doorlichten, verijlenden walm over de, nu alleen door die vuile bedelpriesters doorsnorkte, bezoedelde en verder verlatene taveerne-zaal van haar priester, Nilus, die de boorden van den Nijl had moeten verlaten om in de Suburra geld te verdienen.... Laat was men des morgens in de Suburra.
Hij had ze eerst toegang geweigerd, die vuile, rond trekkende bedelpriesters van Rheia Kubele, de Groote Godin, wier groote feest der Megalezia naderde geweigerd, toen ze in de Suburra waren verschenen met hun juichenden, dansenden, dwazen troep, tamboerijnen rinkelend, rondom hun ezel, waarop, in een kastje, sluierbedekt, zij hunne godin, Moeder der Goden, mede voerden.
Tot ziens dan, Lavinius, en goede nacht.... Neen, neen, niet meer binnen! Gallen, naar binnen jullie, als je slapen wilt in je hoek. We zullen eerst nog dien onverzadigbaren ezel van jullie wat hooi geven, opdat hij de Suburra in den vroegen morgen niet wakker balkt. Andere vrienden, allemaal de deur uit! Tot morgenavond, tot morgenavond en d
Jij bent een caupo: je geeft eten en drinken aan al dat volkje hier in de Suburra en daarbij ben je een vreemde ziel, ben je een mysticus, Nilus, ik kan het niet anders noemen en heb jij van de boorden van den Nijl iets geheimzinnigs meê gebracht, dat we geen van allen begrijpen en weten, maar dat ik toch in je voel.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek