Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 mei 2025


't stuwen van de sneeuw! de zon-ontwaakte Lawine! wier drievoudig door den storm Gezifte massa vlok bij vlok verzaêmd was, Gelijk in geesten die den hemel tarten Gedachte wordt gestapeld op gedachte, Totdat een groote waarheid losraakt, rondom Weergalmen dan de volken, tot hun wortels Daavrend geschud, als thans de bergen doen.

Zachtjes klepten de deuren toe; Mathilde had een katoenen lapje om de huisschel gewikkeld, wat de dokter zelf een overdreven voorzorg noemde. Nu was de heer de Stuwen gelukkig een zwijgende, geduldige zieke; een enkelen keer maar, vooral 's nachts, dreunde er een dof gekreun door het huis, wat Jans aan spoken denken deed.

De heer de Stuwen morrelde even met zijn huissleutel in het slot, veegde zijn voeten af op de vloermat, en hing zijn jas en hoed aan den kleinen standaard, zette zijn stok in den bak en kwam binnen, met een groote witte linnen zakdoek zijn neus snuitende. De twee heeren gaven mekaâr een hand. , , 't is heerlijk weêr, zeî de Stuwen.

Jozef had het beursuur laten voorbijgaan zonder te denken dat het al zoo laat was. Stilletjes zomerden de dagen voort in het huis van de Stuwen. Jozef bleef zijn gewoonte houden om twee-maal 's weeks daar een avondje door te brengen.

De heer de Stuwen vertelde van allerlei dingen, die hij in Artis gezien had; Mathilde was bizonder lief voor haar vader. Toen de heer de Stuwen naar bed ging, om elf uur, dacht hij wat heb ik toch een aangenaam en vreedzaam leven. Wat passen wij goed bij mekaâr, Mathilde en ik! Toen Jozef van Wilden van Mathilde van-daan-ging, was hij door de oude Doelenstraat en de Damstraat naar de Club gegaan.

Hij kon uiterst zelden met zijn aan-staande alleen zijn, mocht haar nooit een cadeautje maken en weken gingen voorbij, zonder dat hij zijn liefde anders kon laten merken, dan in den langeren handdruk en in de ontmoeting van hun oogen, die plotseling warm werden en vreemd en verlegen mekaâr aankeken in oogenblikken, dat de heer de Stuwen even wech was gegaan of de koerant las.

Ik zal er den dokter eens over spreken ... Denk je nog wel dikwijls aan je moeder? vroeg de Stuwen plotseling. Tusschenbeide. Ik kan eigenlijk niet goed aan d'r denken. Hoe wil ik me iemant voorstellen, die ik mij nog maar zoo weinig herinner. Je moeder was net zoo als jij, lieve kind, je bent haar sprekend evenbeeld.

Bij Lunet en Bonne neemt de vroolijke, dartele Hoyoux, die zoo straks molenraderen in beweging bracht, met de kiezelsteentjes in haar bedding speelde en bij de stuwen alleraardigste watervalletjes vormde: daar neemt die dartele, jolige Hoyoux eensklaps het deftige voorkomen aan van eene hoogst fatsoenlijke matrone, die de loszinnige grillen der jeugd sinds lang vergeten heeft.

Bij hen is niet zulk eene opvolging van machtige mannen geweest, zooals de lange lijst der Romeinsche Keizers of der Chineesche Hemels-zonen ze ons doet lezen. De groote Herder-Keizers staan als een eenzamen Kolossus in de woestijn. Als bruischende golven stuwen de opgewonden volken tot aan zijn kruin tegen hem op, maar weldra is het: "zoo gewonnen, zoo geronnen" aan hen bewaarheid.

Hierna vermande zich de heer de Stuwen. Hij stond op, sloot zachtjes de deur en kreeg uit de zwaar mahoniehouten sekretaire, rechts van het raam, dat op het binnenplaatsje uitzag, zijn schrijfgereedschap.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek