Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 mei 2025
De schrijver van dit verhaal kent slechts één man, die welligt in vervolg van tijd, mogt het toeval hem met Lidewyde in aanraking brengen, een gunstigen invloed op haar zou kunnen uitoefenen: Eduard Stephenson. Met een kort berigt omtrent dezen zou de auteur reeds hier ter plaatse afscheid wenschen te nemen van het publiek.
Eduard Stephenson, de uitgelaten Stephenson dier dagen, kandidaat in de regten, doch ruim zoo nadrukkelijk aan de dienst van Dionysos en Afrodite als aan die van Themis verbonden, was indertijd spoorloos verdwenen van de akademie.
En weer doofden de anders zoo verraderlijke gassen de vlam uit. De eenvoudige Stephenson had weer eene ontdekking gedaan, die voor duizenden mijnwerkers eene groote weldaad zou blijken. Toch bracht zijne ontdekking hem den roem niet, dien hij verdiende, want na enkele dagen bleek het, dat ook Sir Humphrey Davy eene lamp had uitgevonden, die volkomen aan het doel beantwoordde.
Op grooten afstand van de brandende gang stonden vele mijnwerkers bijeen. "Komt mannen, wie moed heeft, volge mij, dan zullen wij den brand stuiten!" riep Stephenson hun onvervaard toe. De mijnwerkers stelden een bijna onbegrensd vertrouwen in Stephenson, maar nu weifelden zij toch een oogenblik.
Het lekkere middagmaal was onder de vechtpartij op de straat terecht gekomen, maar daar had Spot niets van gemerkt. Toen Stephenson later vernam, wat er gebeurd was, zei hij: "Nu, het bezitten van zoo'n trouwen hond is waarlijk wel een middagmaal waard!" Het aangeboren scheppingsvermogen deed hem telkens iets nieuws bedenken, waardoor zijn naam steeds grootere vermaardheid kreeg.
Wat beteekende die wereldsche taal? Doch aan den anderen kant viel het niet te ontkennen, meende zij, dat hij de hartelijkheid-zelve scheen en zich te haren opzigte geheel en al als een vurig bruidegom gedroeg. Nu ja, ook zonder den kapelaan Stephenson geraadpleegd te hebben, gevoelde zij dat André sommige drogredenen verkondigde en zijn oordeel over Lidewyde den toets niet doorstaan kon.
Sedert vierentwintig uren van zijnen zendelingstocht naar M. teruggekomen, zat Eduard Stephenson in de boven-achterkamer, die hem tegelijk tot studeer- en tot slaapvertrek diende en uitzag in den tuin achter de niet verwaarloosde, maar nogtans uitermate burgerlijke woning van zijn pastoor, in de =Bekentenissen= van Augustinus te lezen.
Dan Sarah met hare geheimzinnige levensgeschiedenis en haar noodlottig ongeloof; Adriaan Dijk met zijne onbeduidendheid en zijne rijkdommen; Lefebvre, die zich wel slechts van tijd tot tijd vertoonde, maar zoo vaak hij kwam een nieuwen voorraad verblindende gezegden medebragt; Ruardi wiens denkbeelden bij André voor orakelspreuken golden, en die ja vaak met ingenomenheid verhaalde van zijn vromen vriend Eduard Stephenson, den kapelaan, doch wiens eigen leven blijkbaar geheel en al omging buiten iederen God en elk gebod.
Van de anderen waren twee of drie er in geslaagd zich voor eene poos een naam te maken in de letteren of in de staatkunde, doch zonder iets voort te brengen of uit te werken dat den toets des tijds zou kunnen doorstaan, en in elk geval zonder te ontwaken tot dat beter leven, waaraan hij, Stephenson, sedert hij met hen gebroken had, zijne zaligste oogenblikken dankte.
"En is dat nu de stad waar de kapelaan Stephenson woont?" had Emma kunnen vragen; doch zoomin als André was zij zich van het bestaan van dien belangwekkenden jongen priester bewust; en haar vervulde alleen de gedachte aan hetgeen André daareven gezegd had. Hoe kon hij wanen, dat het haar te doen was om òf hem, òf haarzelve een kompliment te maken? Wie had hem zulke dingen in het hoofd gebragt?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek