Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


Onder zijnen drukken arbeid, onder zijne onophoudende studiën hoorde hij soms een zilveren stemmeken zijnen naam murmelen, en hem verscheen nog van tijd tot tijd het zoete wezen met de glinsterende blauwe oogen, zooals zij hem had aanschouwd, toen hij haar buiten de stadspoort voor de laatste maal had gezien.

Zoo vervolgd door hunne wraakzuchtige vijanden, waren zij het Giststraatje ingevlucht en zouden welhaast de Noordzandstraat bereiken. Zij zagen reeds van verre de stadspoort; het open veld zou hun middel geven om tusschen de boomen te ontsnappen ... Maar daar sprong eensklaps een poorter, Berakin genaamd, met eene bijl hun tegemoet, en hij zwaaide deze boven zijn hoofd om hen er mede te treffen.

Wij hebben van de meeste onzer steden de wallen zien slechten. Wij zijn het woord "bolwerk" en "schans" gaan vereenzelvigen met "plantsoen", omdat inderdaad onze bolwerken en schansen zijn herschapen in plantsoenen. Wij hebben in onze kinderjaren nog gespeeld op de resten der oude stadsmuren. Wij hoorden nog om 8 uur het klokje luiden dat het sluiten der stadspoort aankondigde.

Dat wenschte men elkaar van weerskanten toe, en daarop klonk men met de glazen, zoodat het een geducht gerinkel gaf, en voor de stadspoort hield de diligence met de vreemde gasten, de twaalf reizigers, stil. En wie waren deze vreemdelingen? Ieder had zijn reispas en zijn bagage bij zich; ja, zij brachten zelfs geschenken mee voor mij en voor u en voor alle menschen, die er in het stadje woonden.

Althans hij beseft de noodzakelijkheid om zich niet langer aan dien vreeselijken slagregen te blijven blootstellen. Dat huis aan gene zij van de stadspoort is het logement. Ja; maar niemand zal daar weten wie hij is: "Want de hagel die hem straks in het aangezicht sloeg heeft hem geheel onkenbaar gemaakt."

Ik telde de slagen der klok op den nabijgelegen toren van Berchem. Eindelijk zag ik uit de donkere grot der stadspoort een patroelje, klein in het maanlicht, verschijnen en toekomen om mij af te lossen. Ik trok terug naar mijn corps-de-garde en strekte mij uit op de brits. Ik lag maar nauwelijks neer toen ik, buiten, den korten knal van een geweerschot vernam. Mijn maten hoorden het ook.

Zij zouden den reiswagen achter de stadspoort ter zijde geleiden uit de drukte van het verkeer en zij stonden toe, dat Davus mijn rug besteeg!! Het is toch maar een vreemde ezel! zeiden de wachters en de wachten zeiden: En niemand weet aan wie hij behoort! En Davus slingerde zich op mijn rug. Daar zat hij, mijn knecht op zijns meesters rug en ik voelde in mijn grauwe flank zijn hiel!

Neen, heer, zeide Davus; een kind zijt ge niet geworden en wat ge geworden zijt, toen ge op eenmaal bij de stadspoort verdweent en den volgenden dag weêr verscheent als of niets vreemds u geschied was, durf ik niet zeggen, hoewel de vreemdste veronderstellingen mijn arm hoofd soms bedringen; zoo ik u waarschuw, is dat alleen om u, zoo mogelijk, te bewaren voor mijne oogen te verdwijnen, als ge een mooie vrouw ziet.

De baan was tot aan de stadspoort zodanig met mensen overdekt dat het onmogelijk ware geweest door derzelver dichtgesloten scharen heen te dringen. Alhoewel het nog duister nacht was, kon men echter aan de duizenden stemmen, die zich bruisend mengden, wel herkennen dat een ontelbaar gevaarte de stad ontvlood.

In Weenen werd de ham of het stuk spek boven de stadspoort gehangen, vanwaar de gelukkige candidaat het moest halen, nadat hij den rechters de zekerheid had gegeven, dat hij met zijn vrouw in vrede had geleefd, maar niet onder de plak zat.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek