Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 oktober 2025
De dageliksche spreektaal was daar steeds, sedert de 16de eeu, en nog heden, een sterk nederlandsch gekleurd Nederduitsch, dat ook nog talryke sporen van de friesche taal vertoont, en oorspronkelik geheel de zelfde friso-saksische gouspraak is die ook eigen is aan de groningerlandsche gouen.
De schrijftaal is de grootste vooruitgang, dien de oorspronkelijke menschheid heeft ondergaan, en deze heeft den mensch eerst zijne verstandelijke ontwikkeling gegeven. De eerste schrijftaal was uiterst weinig ontwikkeld en de spreektaal vóór dien tijd nog veel minder.
En zij krijgen lekkere beste boterhammen, nadat de zegen over wijn en brood is uitgesproken. En dan zingen zij de gezangen van den Sabbathmorgen. Ik zou ze wel graag willen vragen of er ook verschil bestaat in waarde tusschen een woord in de gewone spreektaal en tusschen datzelfde woord in de taal van de gebeden. Maar voor die vragen weet ik geen woorden.
In de spreektaal echter is de g volkomen door j vervangen, want de Friesen spreken dezen dorpsnaam als Donjum, Doinjum of Dünjum uit; de juiste uitspraak is met nederlandsche klanken moeielik af te beelden. Maar bewyzen te over, dat de friesche g wel als j wordt uitgesproken. Passen wy deze uitspraak nu ook op de g van inga toe, dan luidt b. v. Sininga als Sininja.
Geen wonder dus dat vele nederlandsche geslachtsnamen, die toch onmiddellik uit de spreektaal ontstaan zijn, menigvuldige kenmerken der verschillende gouspraken vertoonen, en dit zoo wel door de uitspraak, aangeduid door de spelwyze, als door byzondere woorden en formen waaruit deze namen zijn samengesteld.
~Rillen~ is een trillen, veroorzaakt door verlaging der lichaams-temperatuur: hij ~rilde~ van kou; het wordt dus alleen van levende wezens gezegd, evenals ~bibberen~, dat een aanhoudend ~rillen~ aanduidt en daarom sterker is: Hij ~bibberde~ van de kou. Het behoort meer tot de gewone spreektaal.
De stijl is hoogst eenvoudig, beknopt, in korte volzinnen, ongedwongen zich bewegende, even als de dagelijksche spreektaal, en vrij in de vormen der woorden.
Dáár spreekt men nog van Dirken wægen, Gijsen skoit, Louen seun en Krijnen dochter, waar de schrijf- en spreektaal der stedelingen slechts Dirks wagen, Gijsbrechts schuit of Gijs z'n schuit, Laurens' zoon of Lou z'n zoon en Krijns dochter of de dochter van Quirinus kent.
~Verschalken~ heeft de bijbeteekenis, dat een list wordt aangewend; het wordt gebruikt, wanneer de eene partij de andere door zulk een list tracht te overwinnen of te verzwakken. ~Foppen~ heeft dezelfde grondgedachte als bedriegen, maar wordt alleen van onschuldige handelingen gebezigd; bovendien is het bijna uitsluitend tot de spreektaal beperkt.
Maar uit de vastheid van vorm in de letterkunde van het begin der elfde eeuw, blijkt wel duidelijk, dat de spreektaal ten minste vóór het tijdperk van den Moorschen inval tot volmaaktheid was gekomen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek