Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 oktober 2025
Ik heb deze vraag half en half toestemmend beantwoord; want, weet gij, in zestig jaren ziet men zijn meester wel iets van zijne kunst af. En nu beklaagde zich de ellendige spotter, Boebares vertolkte mij alles, dat hij zich zeer ongerust maakte over eene verschrikkelijke oogkwaal. Toen ik hem vroeg, waarin die bestond, liet hij mij antwoorden, dat hij in het duister volstrekt niet zien kon!"
Altoos de kwaden, die de goeden bedreigen en vergiftigen willen, en altoos aan u die heilige roeping, om openlijk voor de goeden uit te komen, en den goeden den hoogen toon te verschaffen, de verkeerden tegen te staan, en scherp te waken, dat geen oogenblik in zulk een kring de spotter de gevierde man worde, en wie God vreest, zich voor zijn God gaat schamen.
Hadde ik de stoutheid gehad om tegen den spotter in te gaan en mijn recht ter verdediging van het vaderland te doen gelden, men hadde mij waarschijnlijk geëerbiedigd en gelijk gegeven; doch het lag in mijne inborst, voor den mensch immer te zwichten, wanneer hij zich als persoon dreigend tegenover mij stelde.
Toen de kleermaker dat zag, riep hij uit: Wat duivel? maakt gij daar? Een wolf, antwoordde Uilenspiegel. Leelijke spotter, sprak de kleermaker, ik had u gezegd van een wolf te maken, 't is waar, maar gij weet toch wel, dat een wolf een boerenwambuis is. Eenigen tijd naderhand zegde hij hem: Jongen, gooi nog eens gauw de mouwen aan dien bovenkerel daar, eer gij slapen gaat.
Toen de grijze patriarch aan den vooravond van zijn dood in het Theatre Francais met den lauwerkrans gehuldigd werd, en een vleierig heertje daarover tegen Rousseau spotte, denkend hem zoo te behagen, zette Rousseau den spotter onmiddellijk op zijn plaats met de woorden: "wie veroorlooft zich, er aanmerking op te maken dat aan Voltaire eer bewezen wordt in den tempel waarvan hij de god is en door de priesters, die er sedert vijftig jaar van zijn meesterwerken leven?
Op dat tijdstip liep de bezetting hen uit de burgt. Die niet vluchtte werd afgemaakt en die vluchtte vond zijn einde in de poelen van het Krylinger woud. Toen de zeelieden in de Kreek lagen, was er een spotter uit Staveren onder hun, die zeide Medea mag wel lachen, als wij haar uit hare burgt redden. Daarom hebben de maagden die Kreek Medea mêilakkia genoemd.
En veel later, toen zij zelf kleine meisjes en jongens had, zei zij meermalen tegen haar kinderen: "ieder heeft zijn eigenaardig gebrek, maar vergeet 't niet, lieve kinderen, dat van den spotter is misschien nog wel het ergste, daar 't immers van hardvochtigheid en liefdeloosheid getuigt." Er was eens een jongetje, dat altijd nummer één op school was.
En gelijk de held van achteren roemt in zijn wonden, die hem in den strijd voor het vaderland wierden toegebracht, zoo zoudt ook gij van achteren die wonde, u door den spotter in de ziel gevlijmd, niet willen missen. Want zulk een wonde is u dan een heilsteeken, een waarmerk van de echtheid uws geloofs geworden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek