Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
En de sterke Mudjekeewis, Zonder vreeze voor hem staande, Hoonde hem met luiden spotlach, Dus verachtend hem begroetend: "Hoor, gij beer! gij zijt een flauwert, "En geen held, zooals gij voorgeeft, "Anders zoudt gij niet zoo krijten, "Niet zoo jammren als een meisjen!
Keye's spotlach grinnikte, oud, slecht en venijnig. En dus is dat Yvoren Bedde, waar alle wonden genezen, geen tooverbed? O, Bohort, gij werkelijke reus, je kop is groot als Goliaths maar je verstande is dorperlijk klein, wees des gewes, man! Ik ben die gone, die je om je kwade lachter nog eene werve verderven zal, heer Keye! dreigde Bohort en liep met beide vuisten open op Keye toe.
Alles ging naar wensch, totdat de Kerels de gracht van den burcht zouden naderen. Dan vertoonden zich eensklaps vele hoofden boven den hoogen muur; de boogpezen klonken en de pijlen snorden door de lucht, terwijl een schaterende spotlach binnen den burcht hergalmde. "Vooruit, vooruit de ladders!" kreet Burchard. "Schutters, mikt daar boven de poort.
Gij zijt vrij, mijn neef; alhoewel uwe nicht een goed en liefderijk meisje is, zijt gij niet verplicht met haar te trouwen." "Het is de wil van God: wij moeten vereenigd worden, om te zamen u gelukkig te maken, oom lief," mompelde Willem, die schier niet spreken kon van ontroering. "Mij gelukkig maken?" herhaalde Reimond met eenen lichten spotlach.
Een verstandig man, niet waar?" "Zeer geleerd en diep verstandig, inderdaad." "Onnoozele, het is een zot!" "Hij een zot?" wedervoer de fourier met ongeloovigen spotlach. "Indien er vele zulke heldere hoofden in Gheel zijn...." "Kom, kom, laat ons daar niet langer over twisten. Ik ga er u het bewijs van geven.
Welnu, gij bedriegt u, nicht," zeide mijnheer Reimond met eenen lichten spotlach. "Ik ben gelukkig in den hoogsten graad, dien het der menschelijke ziel vergund is, in haar stoffelijk omkleedsel te bereiken."
Hij roemde daarbij het zoete lenteweder, de frissche lucht der Kempen en de balsemgeuren, die van uit de verre mastbosschen hen tegenwalmden. Maar de sergeant-majoor had voor zulke dingen geene ooren. Van tijd tot tijd morde hij met eenen spotlach: "Altemaal kinderpraat! Vul daar eens uwen buik mede. Ik heb verduiveld grooten honger.
Indien het lot te mijnen gunste beslist, zoo is het niet meer dan billijk, dat uwe kinderen tot knechten worden. Maar ik zie het al, geen uwer waagt het den strijd met mij aan te binden!" en luid schalde zijn spotlach door de zaal. Bevend van woede en toorn had Tristan naar de woorden van Morholt geluisterd.
"De proost heeft mij gezegd dat hij gisteren te Brugge moest blijven om eene gewichtige zaak af te doen; maar dat hij heden evenwel intijds te Yperen zal aankomen." Disdir Vos schudde het hoofd met eenen scherpen spotlach op de lippen. "Sa, Disdir", morde Burchard, "ik meende dat gij een vriend van Robrecht waart, en gij beticht hem van ontrouw en lafheid!
Een spotlach sloeg 't Barontje in 't gezicht en voor alle antwoord steeg de forsche kerel weer in zijn duivelstuig, dat plotseling als dol begon te ploffen en te razen en letterlijk op het Barontje en de boeren die hem ter hulp stonden, afsprong. Met een angstgil vlogen zij uit elkaar, terwijl het monsterding, in rook en vlammen en walmen gehuld, verder den weg op stoof.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek