Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
"Oude vriend!" ving de geneesheer met een verbazende deftigheid op zekeren morgen aan, toen hij Scheltings kamertje was binnengetreden: "de kunst schijnt op den ongelukkigen smid niets te vermogen, en wel om de eenvoudige reden, dat er bij de krankheid des lichaams eene hyperthymie, of ziekte des geestes schijnt te bestaan, die de noodlottigste gevolgen kan na zich slepen.
De Czaar trad op hem toe, en zei: "Smid, ik ben Pieter Michaëlow en kom hier, om het scheepstimmeren te leeren. Ik zal bij u mijn intrek nemen." Kist verkeerde in de grootste verwarring. Hij wist niet, wat hij zeggen moest, en stamelde zoo iets van niet ruim genoeg behuisd te zijn voor een Czaar....
Zijn hevig ontstelde moeder spande eveneens al haar krachten in tevergeefs. Nu riep zij den koetsier en den huisknecht, beiden sterke mannen; ze hielden 't boek ieder aan een kant van den band vast en trokken er uit alle macht aan. Verloren moeite! Het wist van wikken noch verwegen. De smid kwam er zelfs met beitel en hamer en de schrijnwerker met zijn verschillende werktuigen aan te pas.
Men probeerde het met ossen; maar het rundvee is hier klein van stuk, slecht gevoed en zwak: de uitkomst was al even ongelukkig. Een der ploegen brak, en de smid van het dorp was niet in staat dien te herstellen. De koppige onwil der boeren verijdelde alles.
Daarop gingen Thorsten en Belé een tooverring zoeken, of een armband, die eens door Völund, den smid, gesmeed was en door Soté, een beroemd roover, was gestolen. Deze stoute roover was zóó bang dat iemand den tooverring in bezit zou krijgen, dat hij zich zelf er mee levend begraven had in een aardhoop in Bretland.
"Dat dacht ik al; de jongens hier in de stad geven zich meer moeite om een paar brokken oud ijzer op te snorren, om die aan den smid voor den smeltoven te verkoopen, dan zij zouden overhebben voor geregeld werk, dat hun tweemaal zooveel opbracht. Maar dat is nu eenmaal de menschelijke natuur. Gauw maar, gauw maar!" De jongens vroegen, waar die spoed voor diende.
Zooals b.v. die Franciskaner, die met zijn bedelbus in de hand in een smederij om een aalmoes kwam. »Waarom werk je niet liever voor je brood?« vroeg de smid, den stevigen monnik eens flink in de oogen ziende. »Je hebt gelijk,« zei de monnik. En zijn kleed met de lange mouwen afwerpend, vatte hij een hamer in zijn sterke vuist, en liet dien met kracht op het aambeeld neerkomen.
De smid, na verscheidene vruchtelooze pogingen, maakte 't kleinste dat daar ooit gezien is, want ik heb een grooter gekend aan de deur van een heerenhuis in Engeland. Ik bewaarde den sleutel in mijn zak, uit vrees dat Glumdalclitch hem verliezen zou.
De luitenant en ik wilden met Manni aan boord blijven en het schip bewaken. De architect en de smid zorgden voor den bouw van het huis. De vorm van een aardhut scheen hun het best; Hansen en Wiik hielpen hen bij het werk. Als bouwterrein was het vlakste deel van den heuvel gekozen. Aan boord richtten de luitenant en ik ons zoo goed mogelijk in.
Hummeltje Tummeltje klom op den wagen, Hummeltje Tummeltje viel van den wagen, Daar is geen eene timmerman, Die Hummeltje Tummeltje maken kan, waarvan een Vlaamsche lezing luidt: 19. Hippekentippeken op de bank, Hippekentippeken onder de bank; Daar is geen smid in Ingeland, Die Hippekentippeken maken kan,
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek