United States or Saint Kitts and Nevis ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ja... gij zijt in uw affaire rijk geworden... en ik niet... anders ging ik met geen bedelbus rond in de cafés... Nu moet ik mijn ronde beginnen... Ik ben filosoof, Snepvangers... gij met uw geld zijt toch niet gelukkiger dan ik zonder cens... Kom mij morgen halen, ik woon boven den kronenwinkel naast het huis van den Generaal... dan gaan we samen naar 't sterfhuis.

Gij hebt uw fortuin gewonnen in uwen winkel en met huizen... ik was zielhond die soldaten wierf, vrijwilligers voor ons leger, voor Oost-Indië en het vreemdelingenlegioen van Frankrijk... En de zielhond was voor de vrede en tegen den oorlog... Ik was arm en vond behagen in de stamboomen van den adel... Ik ga met een bedelbus voor de weldadigheid rond maar leef er van, vermits men mij betaalt om te gaan schooien... En ongelukkiger dan gij ben ik niet, al weet ik nooit met een tienuren-mis begraven te zullen worden...

Zooals b.v. die Franciskaner, die met zijn bedelbus in de hand in een smederij om een aalmoes kwam. »Waarom werk je niet liever voor je broodvroeg de smid, den stevigen monnik eens flink in de oogen ziende. »Je hebt gelijkzei de monnik. En zijn kleed met de lange mouwen afwerpend, vatte hij een hamer in zijn sterke vuist, en liet dien met kracht op het aambeeld neerkomen.

Ik moet weg, antwoordde Snepvangers, het wordt mij hier te benauwd, 't is zeker de reuk van die bloemen en van het waslicht... Op straat herademde hij een weinig maar hij voelde zich flauw. Ik heb precies honger, dacht hij. Tot morgen, zei Peer, ik ga mijn toer beginnen met mijn bedelbus... 'n mensch moet in zijn nooddruft voorzien... Moeizaam drentelde Snepvangers naar huis.

In zijn arm droeg deze een bedelbus ten voordeele van het werk tot bestrijding der tering. Mijnheer Snepvangers, vroeg hij en streek, onderzoekend loerend over zijn stalen bril, met zijn wijsvinger langs zijn gebogen neus. Wat belieft? vroeg Snepvangers en schoof achteruit van de deur.

Mijnheer Snepvangers, zei de Oude en nam zijn vettigen, slappen hoed van het hoofd, onze vriend, de Generaal is plots gestorven... Snepvangers leunde tegen den toog, alles draaide en schemerde voor zijn oogen. Uit het nevelig licht staken de priemende, bruine oogen van den man met de bedelbus. Wie zijt gij, stamelde Snepvangers. Ik ben Peer De Backer! Peer De Backer, mompelde hij verdwaasd.