Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
De koning echter had een booze moeder, die ontevreden was over dit huwelijk en zij sprak kwaad van de jonge koningin. »Wie weet, wat voor een meid dat is,« zeide zij, »die niet spreken kan; zij is een koning onwaardig.« Na een jaar, toen de koningin haar eerste kindje geboren was, nam de oude het weg terwijl zij sliep, en besmeerde haar den mond met bloed.
Toen het eindelijk nacht geworden was en het tijd was om te gaan slapen, begaf de gast zich, met behulp van Joël en Hulda, naar zijn slaapvertrek en wenschte zijne vrienden op de beminnelijkste wijze goedennacht. En nauwelijks had hij zich op het bekende bed, voorzien van spreuken, uitgestrekt, of hij sliep in en genoot een weldadige rust.
Inderdaad bleken deze twee eigenschappen van den kleine op den duur wèl wat bizonder te zijn, want het kind schreide van den morgen tot den avond, en van den avond tot den morgen. Alleen als hij sliep, was hij stil. Hij dronk de eene flesch melk na de andere, maar bleef even dun en mager. En hij schreeuwde om er wanhopig onder te worden. Kreeg hij geen flesch, dan maakte hij een ijselijk misbaar om de aandacht op zich te vestigen, en had hij de flesch leeggedronken, dan vond hij d
Hierdoor gevoelde de donna zeer hevige smart, daar zij op die wijze niets aan Ruberto kon hebben. Evenwel na rijp beraad kwam het in haar op aldus te handelen: De kamer was zeer ver van de straat en meermalen had zij gemerkt, dat Arriguccio moeite had in te slapen maar dan zeer sterk sliep.
In Psalm 3:6 heet het: »Ik lag neder en sliep; ik ontwaakte, want de Heere ondersteunde mij.« In Psalm 4:9: »Ik zal nederliggen en slapen, want Gij, o, Heere! alleen zult mij zeker doen wonen.« In Psalm 5:4: »Des morgens, Heere! zult Gij mijne stem hooren, des morgens zal ik mij tot U schikken en wacht houden.« En in Psalm 6:7: »Ik doe mijn bed den ganschen nacht zwemmen; ik doornat mijn bedstede met mijne tranen.«
En omdat hij een goed geweten had, legde hij zich rustig te bed, beval zich aan de hoede van den lieven God en sliep in. 's Morgens nadat hij gebeden had, wilde hij aan het werk gaan; maar daar stonden de schoenen al kant en klaar op zijn werktafel: Hij was zoo verbaasd, dat hij niets zeggen kon, en hij nam de schoenen in zijn hand om ze eens goed te bekijken.
De huishoudster sukkelde achter haar meester aan, schoon ze er niet toe was uitgenoodigd. Toen ze boven waren bij de bewuste deur, klopte de beleefde hofleverancier krachtig, en zoo luid mogelijk, gissende dat meneer sliep. Geen antwoord.
Gelukte het haar 's avonds in te slapen, dan voelde zij in den doezeltoestand, waarmeê haar slaap begon, in die oogenblikken dat zij zelve niet wist of zij wakker was of sliep, en als hij zich weêr heelemaal van haar denken had meester gemaakt, haar vleesch koud, maar de hoop, zonder begeerte-voorstellingen, bleef bestaan en regende door de vale duisternis van de ziekenkamer haar zinnen binnen.
Zoo hij loopt, is 't dat hij zulks noodig heeft om te groeien; zoo hij niet werkt, is het dat hij nog niet begrijpt, dat werken een plicht is en als hij somwijlen dag en nacht, een halve week uitblijft, is het dat hij niet beseft hoeveel verdriet hij ons aandoet, want hij heeft een goed hart en ziet ons geerne. Klaas schudde het hoofd en antwoordde niet, en toen hij sliep, lag Soetkin te weenen.
Daar kreeg hij hevige benauwdheden. »Ach,« zei hij, toen hij zich te bed had gelegd, »ik denk dat ik hier in Eisleben, waar ik geboren en gedoopt ben, wel blijven zal.« Hij sliep een paar uren, maar stond toen weer op en was erg onrustig. Dit bleef zoo het verdere van den avond. Telkens hoorde men hem bidden. Eindelijk legde hij zich weer neer. 't Was intusschen al nacht geworden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek