Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juni 2025


Wel, mijnheer Sinclair, zou dat het goede oogenblik niet zijn, om de geesten, die de koninklijke begraafplaats bewaken, op te roepen?" »Ja, miss Campbell, en ik meen dat zij niet zouden kunnen weigeren op uwe stem te verschijnen." »Hoe, miss Campbell, gelooft gij aan geesten?" riep Aristobulus Beerenkooi uit.

»Gij hebt gelijk, miss Campbell," antwoordde Olivier Sinclair, »en ongetwijfeld heeft Walter Scott, wanneer hij zijn beelden in dat dichterlijk verleden der Schotsche Hooglanden zocht, aan het paleis van Fingal gedacht."

Olivier Sinclair nam hier en daar dan een landschap op. Miss Campbell keek bij het schilderen toe en zoo vloog de tijd om. De 26, 27, 28 en 29ste Augustus snelden voorbij zonder een oogenblik verveling veroorzaakt te hebben. Dat oorspronkelijk bestaan kwam geheel met het wilde eiland overeen, welks woeste rotsen voortdurend door de golven van den Oceaan gebeukt werden.

Middelerwijl ging Olivier Sinclair naar de haven en trof daar de noodige beschikkingen met John Olduck. John Olduck was de kapitein van de Clorinda, een echte zeerob met zijn ouderwetsch mutsje met gouden lis op het hoofd, zijn buisje met metalen knoopen en zijn broek van grof blauw laken.

Olivier Sinclair spoedde zich wat hij loopen kon, naar de kloosterbouwvallen. Van daar kon zijn blik meer oostwaarts tot ver achter de bergen van Mull doordringen. Die bergen staken scherp af tegen het blauw der lucht, hun kam scheen een met potlood getrokken lijn op een volmaakt zuiveren achtergrond.

Er waren geen andere dampen in het uitspansel, en de scherpe omtrek van den Ben More, die zich op drie duizend voet boven de oppervlakte van de zee verheft, was door geen nevellagen verduisterd. Olivier Sinclair kwam een half uur later met geruststellende verzekeringen terug. Die wolk was slechts een verloren vlokje in de ruimte.

Het voorkomen van Olivier Sinclair was echter wel geschikt, om nog meer dan enkel een gevoel van overeenstemming bij de een of andere jonge blonde dochter van Schotland op te wekken.

Zou Olivier Sinclair zich door de zee binnen de grot laten stuwen, nu men langs den landweg daar niet kon inkomen? Ja, dat ging hij beproeven. Hij aarzelde evenwel niet. Het schuitje werd beneden bij de trap, achter een der basalttreden, buiten de branding gebracht. »Ik ga met u!" zei Partridge. »Neen," zei Olivier Sinclair. »Dat kan niet. De kleine vlet mag niet noodeloos worden overladen.

Ja, de Oceaan, dat is de onbegrensdheid, de onmetelijkheid, die men niet ziet, maar die men gevoelt, volgens de uitdrukking des dichters, onmetelijk als de ruimte, die hij in zijn wateren weerkaatst!" »Oh! ik hoor u zoo gaarne met die geestdrift spreken, mijnheer Sinclair," antwoordde miss Campbell, en wezenlijk, »ik deel die geestdrift ten volle! Ja, ik houd evenveel van de zee als gij!"

Zij was nog niet in staat te spreken; maar toen zij Olivier Sinclair te zien kreeg, blonken tranen van dankbaarheid onder haar schoone oogwimpers en reikte zij de hand aan haren redder.

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek