Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 oktober 2025
En daarop hadden zij een snuifje genomen om de gemeenschappelijke verschillende tijdperken van dien uiterst belangwekkenden arbeid gade te slaan. »Maar," vroeg Aristobulus Beerenkooi, »gij hebt ongetwijfeld het een of ander voorwendsel bedacht, om mij hier te Oban te komen ontmoeten." »Inderdaad," antwoordde broeder Sib, »en dat voorwendsel heeft miss Campbell zelf ons aan de hand gedaan."
»Maar," vroeg Aristobulus Beerenkooi, »indien gij niet voor gezondheidsredenen hier gekomen zijt, mag ik dan weten, mijne heeren, waarom gij uw buitenverblijf te Helenaburg verlaten hebt?" »Wij hebben geen enkele reden om, in de verhouding, waarin wij tot elkander staan, dat voor u te verbergen...." antwoordde broeder Sib.
»Dat is niet mooi, oom Sam!" sprak Miss Campbell met een lichten toon van verwijt in de stem en met een zweem van pruilen op de schoone lippen. »Maar, mijn lief kind...." »Dat zal ik niet licht vergeten, oom Sib!" De twee broeders wisten geen antwoord te geven, en toch kon men hun de schuld niet geven, dat de Columbia, na haren koers gewijzigd te hebben, verder noordwaarts stevende.
De beide ooms, na een blik maar welk een blik van diplomatische geslepenheid! met elkander gewisseld te hebben, haastten zich het woord te nemen. »Welnu, liefste Helena," zei broeder Sam. »Het is zeer gemakkelijk aan uw wensch te voldoen. Kom, laten wij naar Oban gaan." »Nergens zullen wij voorzeker beter zijn, dan te Oban," bevestigde broeder Sib.
Wat met andere woorden beteekende, dat men nimmer door een voorbarig uitgesproken toezegging zich onherroepelijk gebonden kan achten. Broeder Sib had dan ook met een afdoend gebaar zijn goedkeuring aan dit Schotsche spreekwoord geschonken.
Men kon in dit oogenblik den onvermijdelijken Aristobulus Beerenkooi op een punt van de steile kust bespeuren, die met het nog rookend geweer in de handen, den vogelenzwerm met de oogen volgde. »O! ditmaal hebben we er genoeg van!" riep broeder Sib uit. »Neen, wij hebben er te veel van!" riep broeder Sam.
Broeder Sam en broeder Sib omhelsden, zonder een enkel woord te kunnen uitbrengen, den jonkman in een gezamenlijke omarming, Juffrouw Bess neeg en neeg nogmaals voor hem, en den goeden Partridge ontbrak waarachtig de lust niet om hem te kussen. Toen nam gelukkig de vermoeienis de overhand.
In een soort van kinderlijke verrukking had broeder Sam ongetwijfeld tegen broeder Sib gezegd: »Ziedaar een jonkman, die rijk is en een onafhankelijk fortuin bezit, welke van erfenissen van bloedverwanten en nabestaanden afkomstig is, die tot een aanzienlijke familie behoort en daarenboven een buitengewoon geleerde is! Dat zal een uitmuntende partij voor onze lieve Helena zijn!
»Die door een wonder van toevalligheid.... zich juist te Oban bevindt...." voegde broeder Sib er bij. »Ah?.... mijnheer Beerenkooi?".... mompelde het jonge meisje, terwijl zij zijn groet ter nauwernood beantwoordde.
»Zij hebben elkander reeds dikwijls ontmoet, broeder Sib; en onze jonge vriend scheen niet ongevoelig voor de schoonheid van Helena." »Dat geloof ik wel, broeder Sam! Had de goddelijke Ossian hare deugden, hare schoonheid en hare bevalligheid te verheerlijken gehad, dan zou hij haar Moina genoemd hebben, dat wil zeggen: door iedereen bemind...."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek