United States or Taiwan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nadat wij ons met de uiterste zorg gekleed hadden, of liever schoon goed hadden aangetrokken, de eenige weelde, die wij ons konden veroorloven, daar wij geen andere kleederen bezaten dan die, welke wij op onzen rug droegen, namen wij ons muziekinstrument, Mattia zijn viool en ik mijn harp, en we begaven ons op weg naar den heer Espinassous.

Dit ziende, dekte hij haar weer stil toe, hoewel hij, terwijl hij haar zoo schoon zag, begeerde zijn leven te wagen om bij haar te liggen. Maar daar hij gehoord had, dat zij zoo onverzettelijk was in die dingen, durfde hij het niet.

Naast haar zat de beminnelyke Burgerhart, met een boek by haar de hand der Weduwe in de hare houdende, ô Keesje lief, zy is schoon! meer dan schoon. Het tekenagtige van haar gelaat treft; haar oogen schitteren van gezontheid en gerustheid. Zy is niet meer dan middelbaar van lengte; voor eene Gratie zou zy kunnen geschildert worden, niet voor eene Juno of Minerva, dat beken ik.

Zie eens, hier: "Renatus Von Toll," "Nu, kent gij dien man?" vroeg de oude heer, en 't was alsof in zijn gelaat een schoon morgenrood opdaagde. "Zou ik hem niet kennen!" riep de overste uit; "hij is mijn vader." "Man!" zeide de oude heer: "man! wat zegt gij?" En hij schoof den overste een eind van zich af en keek hem in de oogen; "zijt gij de zoon van Renatus Von Toll?"

De vloer der vertrekken, waar in gezelschappen by één komen, word altoos met zuure oranje-appelen, in tweën gesneden, schoon gemaakt, het geen een aangenaame geur verschaft: de Negerinnen houden in elke hand een halve appel, en zingen, wanneer zy dit werk doen.

De algemeene indruk van den Fuji doet dus eendeels aan godsdienst denken, en anderdeels aan een grooten waaier, groot en schoon genoeg, om met sterren en snel voortvliegende wolken te coquetteeren.

Hy heeft zich echter niet kunnen vrijwaren van de verdenking van meêplichtigheid aan de samenzwering, schoon hy niet handdadig was aan den moord.

Bemerkende, dat deeze jonge dogter zeer schoon was, dreef haare verfoeijelyke jaloersheid haar op 't oogenblik, om dit meisjen met een gloeiend yzer, aan de wangen, den mond, en het voorhoofd te mismaken; zy sneed haar ook de pees van Achilles aan één haarer beenen af, en maakte haar alzoo tot een gedrocht van leelykheid.

Ofschoon het landschap nergens schoon, en alleen nu en dan aardig is, genoot ik van mijne wandeling en zou dit nog meer gedaan hebben, indien mijn metgezel, het opperhoofd, niet zoo bijzonder spraakzaam was geweest.

Zoo kwam hij eindelijk aan den toren, en opende de deur van het kleine kamertje waar Doornenroosje sliep. Daar lag zij, en zij was zóó schoon, dat hij zijn oogen niet van haar kon afwenden; toen bukte hij zich en kuste haar. Maar bij die aanraking sloeg Doornenroosje de oogen op, en ontwaakte, en zij zag hem vriendelijk aan.