United States or Turkey ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vijf rijen voor elkaâr, van aangelegde speeren Verdedigen hun spits om d' aanval af te keeren, Waarachter 't boogvolk met den uitgerekten pees Den pijl reeds toelegt, voor hun vijand vrij van vrees. De Reus veracht dien hoop, zoo dicht in één gedrongen, En waant haar even snel verpletterd als besprongen; Vliegt toe.

130 vermoeid, in honderd kringen, daar nederkomt, vanwaar hij snel opging, en mismoedig en gramstorig zich ver van zijnen meester nederzet? 133 zóó zette Geryones ons voetje voor voetje onderaan den steilen rotswand neder, en nadat hij zich van onze personaadjes ontlast had, 136 vlood hij weg als van pees een pijl. De achtste ommegang.

Vooruit! vooruit! weer over struiken en heggen heen, over greppels en boomstronken; hier hem met juiste berekening den pas afgesneden; daar klinkt weer de gekromde boog, en trilt de pees en gonst bij het loslaten; weer tevergeefs; de wol stuift van de rosse vacht, maar met eene helsche snelheid vliegt de vos door, het bosch in, en de kloeke jongeling moet met woede en spijt zijn buit opgeven, die nu te veel op hem gewonnen heeft, om ingehaald te kunnen worden.

Over 't geheel had hy een in de daad afschuwelyk voorkomen. Maar zyn kop was vooral vervaarlyk: men zag aldaar boven den neus een blinkend, ongebogen, rimpelig, en puntsgewyze toeloopend vlies. Zyne ooren waaren lang, rond en doorschynend. In het bovenste kakenbeen had hy vier snydende tanden en zes in het onderste. Ik zag niet, dat hy een staart had, maar een vel, in welks midden een pees was.

En wie zijn degenen, die dat doen?" 10 En hij tot mij: "Over de slijkerige wateren kunt gij reeds waarnemen dat wat verwacht wordt, indien de wasem des poels het niet voor u verbergt." 13 Nooit schoot pees pijl van zich af, die zóó snel door de lucht liep, gelijk ik toen een klein schuitje zag

En alweer ziet Ernest hoe hij zelf hier vóor zijn moeder staat, en hij staat recht overeind als een stake. Hij ziet over zijn eigen gelaat de pijnlijke pees, die zijn lippen neerwaarts drukt en tot in de hoeken van zijn oogen trilt.

Ik heet Amor! antwoordde hij. Kent u me niet? Daar ligt mijn boog. Daarmee kan ik schieten. Kijk, nu is het weer goed weer; het maantje schijnt! Maar je boog is bedorven! zeide de dichter. Dat zou jammer zijn, zeide de kleine knaap, nam hem op en bekeek hem. O, hij is al weer droog en hij is weer goed. De pees is juist goed strak geworden. Ik zal hem eens probeeren.

Als gij dien onafgebroken gespannen houdt, zal hij spoedig zijne kracht verloren hebben; gebruikt gij hem echter den halven dag, om hem verder rust te gunnen, zoo blijft hij sterk en bruikbaar, totdat de pees breekt."

Over 't geheel had hy een in de daad afschuwelyk voorkomen. Maar zyn kop was vooral vervaarlyk: men zag aldaar boven den neus een blinkend, ongebogen, rimpelig, en puntsgewyze toeloopend vlies. Zyne ooren waaren lang, rond en doorschynend. In het bovenste kakenbeen had hy vier snydende tanden en zes in het onderste. Ik zag niet, dat hy een staart had, maar een vel, in welks midden een pees was.

Zij zag er ontzagwekkend uit, toen zij nog bovendien over haar rug een "pijlkoker met duizend pijlen" had geslagen en bovendien een tweeden "pijlkoker met vijfhonderd pijlen", en toen zij daarbij nog haar armen had beschermd met een soort kussens, om het terugspringen van de pees van den boog zooveel mogelijk te dempen.