United States or Mongolia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij die God werkelijk lief heeft boven allen, moeten de last daarvan dragen tot het einde. Juni-Juli 1917. Behalve den man, die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter. Den uitvreter, dien je in je bed vond liggen met zijn vuile schoenen, als je 's avonds laat thuis kwam.

Ze wezen haar 'n winkel an, waar eieren, boter en kaas verkocht werd, maar de vrouw in den winkel had nooit van 'n Willem de Boer gehoord. Toen ze de Weesperstraat had uitgeloopen, keerde ze terug, moe, nog eens vragend, nog eens vragend tot bij 't station. Op een stoep van de Sarphatistraat ging ze zitten, tobbend, zoekend en begon stilletjes te huilen. "Scheelt d'r wat an vrouwtje?"

De Jan's draven heen en weer met cognac en bitter, likeurtjes en advocaat. Ze zijn warm, lekker-warm-ingepakt, warm van de beweging, de dames en heeren. Het begint te duisteren. De brug bij de Sarphatistraat steunt statig op de kolommen, die lijken te rusten op de ijs-stevigheid van 't water. De lucht is betrokken, zwaar van sneeuw, grauw, triestig.

Vièr. As-ie 't opgaf, bracht-ie niks mee voor de kindren, de blinde, die gisteren gewacht had, vandaag wachtte. De zakdoek op t ijs, trilde zachtjes, de plezierige stuiptrekking echoënd. Tegen vijf, blij met z'n vangst hij had 'r wel twintig, liep-ie de Sarphatistraat door. Daar waren ze nog bezig met 't ruimen. Op gelijke afstanden leien puntige hoopen sneeuw en straatvuil.

Bekker liep maanden lang iederen morgen over de Sarphatistraat waar hij niets te maken had. Hij hield van een schoolmeisje van een jaar of zeventien en liep vijftig pas achter haar of aan de overzij van de straat en keek naar haar. Hij heeft nooit geweten hoe zij heette, nooit een woord met haar gesproken. In de Kerstvacantie was-i ongelukkig.

Haar moe vond 't goed, "als 't een nette burgerjongen was en ze hield van 'm....., maar geen scharrelpartij." Ze kwam, 's avonds bij de Muiderpoort en hij zei dat ze zeker wel begreep, watti haar vragen wou. 't Was zoo raar, zoo gewoon, hij kon heelemaal niet dichten. En ze zei natuurlijk dat ze 't niet begreep, maar toch liepen ze samen maar de Sarphatistraat op.

Voor hen uit stond de koepeltoren van Paleis voor Volksvlijt omhoog met zijn glazig grijzende kleuren, de magere spitse zwarte torens van de kerken waren meer vanachteren en de nieuwe daken van de hooge huizen in de Sarphatistraat staken zich op in een doffe dampenmassa, die zich boven Amsterdam samenpakte. Zachtjes dreven uit het oosten nog licht-zwarte wolkenbeetjes aan, heel in de laagte.