Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


"Silas Toronthal," hernam Sarcany, "wij zijn heden zoo ongelukkig geweest, dat het ongunstige lot in ons voordeel moet keeren!... Morgen zal het ons gunstig zijn!" "En als ik het weinige wat mij overblijft verlies!" antwoordde de bankier, die te vergeefs tegen die verkeerde raadgevingen trachtte op te komen. "Zeg, wat dan?"

Sarcany en het opperhoofd der Senousisten, omgeven door een tiental hunner meest dappere en meest te vertrouwen strijdmakkers, waren er in geslaagd, om een kleine polacre te bereiken, waarvan de meertouwen reeds losgegooid waren, en die reeds manoeuvreerde om zee te kiezen.

"Heeren," hernam Pescadospunt, "ga ik af op de omstandigheden, waaronder die twee boezemvrienden afscheid van elkander genomen hebben, dan meen ik het er voor te moeten houden, dat zij elkander niet meer te ontzien hebben. De bankier Silas Toronthal moet Sarcany, die hem tot den bedelstaf bracht, uit den grond van zijn hart haten.

Intusschen waren Sarcany en Silas Toronthal, steeds gevolgd door Pescadospunt, tot voor het Casino genaderd. Daar stonden zij nog een oogenblik stil. Het was inderdaad alsof zij voor de poorten des tempels andermaal weifelden. "Silas," vermaande Sarcany toen, "Silas, geene aarzeling!... Gij zijt vast besloten om te spelen, niet waar?"

"Silas Toronthal, Sarcany, Carpena," zei hij, "gij hebt wetens en willens den dood veroorzaakt van Stephanus Bathory, van Ladislas Zathmar, van Andreas Ferrato! Wij veroordeelen u ter dood!" "Zooals gij het goedvindt!" antwoordde Sarcany, wiens onbeschaamdheid weer de overhand verkreeg. "Genade!" smeekte Carpena met lafhartig gebaar. "Mijne heeren, ik smeek om genade!"

Hij hield zich toen niet met de gedachte bezig, dat hij zijn vermogen verloren had. Hij dacht zelfs niet aan Sarcany. Er was iets wat hem bovenmate verontrustte, en dat was de zucht om te weten de reden waarom, en de plaats waar hij opgesloten was, en wie toch wel de machtige persoon kon zijn, die er belang bij kon hebben, zich van zijn persoon te verzekeren.

"Ja, ik zal haar die toestemming ontweldigen!... Laat dat maar aan mij over, Sarcany!" Het was moeielijk zich een meer vastberaden en woester gelaat voor te stellen, dan dat, hetwelk de Marokkaansche vertoonde, toen zij zoo sprak. "Goed, Namir, zeer goed!" antwoordde Sarcany, geheel en al gerustgesteld. "O, gij kunt op mij rekenen! Daarvan zijt gij te goed verzekerd, niet waar, Sarcany?"

Dat moest beaamd worden; maar dat veranderde de zaak hoegenaamd niet. Zoolang het slechts gold misdadigers en verraders op te sporen, had dokter Antekirrt nimmer aan zijn taak getwijfeld, en was nimmer teruggedeinsd om haar te volbrengen. Nu het evenwel gold om zijne eigene dochter uit de handen van Sarcany te redden, voelde hij datzelfde zelfvertrouwen in zijne te treffen maatregelen niet meer.

Het eenige, waarop zij te letten hadden, was om in dat gedrang bij elkander te blijven. Gedurende ruim een uur poogden zij in die menigte Namir te ontwaren. Maar te vergeefs. De Marokkaansche vrouw was niet te bespeuren. En Sarcany evenmin. Beiden waren en bleven onzichtbaar. Dat was inderdaad eene teleurstelling.

Pescadospunt volgde hen onmiddellijk, zonder evenwel tot zijn grooten spijt, verder iets van hun onderhoud te kunnen vernemen. Ziehier evenwel wat Sarcany, op een toon die geen tegenspraak duldde, zeide tot den bankier, die in zijn tegenstand dadelijk merkbaar verflauwde.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek