Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
Zoodat nu, op 's Konings na tien jaren herhaalden uitroep, Galehot fijntjes glimlachte en Acglovael een giechelen onderdrukte en Sagremort de brauwen fronste en ontfronste, want hij twijfelde ietwat, Sagremort, aan zijn leenheers woord en belofte. Wie!? riep de Koning.
Zouden al zijne treken wel diablerië zijn? twijfelde, brauwfronsende, Sagremort. Of tooverië zelfs? Of alleenlijk maar...? Wat, Sagremort? drongen op hunne rossen de ridders om den twijfelaar rond. Bij caritate, w
Ik herhaal, zeide hij; éene prik te pointe in zijne weeken buik en.... Is een drake eigenlijk wel een drake, Sagremort? Mijn draken en waren niet meer dan lezarden maar gevlerkt en zoó schadelijk niet! De onze waren draken! verdedigde zich Mordet. En Dioneel zeide somber: En maakten wel degelijk groot dangier.
En de ridders, de elf, achter den rooden mantelrug van den Koning, achter Guenever en hare vrouwen en alle de anderen, wisselden een blik met Merlijn, die, zoo dwaas jong, aandachtig toezag ter zijde.... Is het Scaec Wònder? vroeg fluisterend Sagremort. Is het Scaec tooverië? vroeg grinnikend Acglovael. Di
Gij zegt wel, bij Sint Michiel! gaf Sagremort zich wel weêr gewonnen maar dacht toch na, brauwen fronsende en ontfronsende.
Dit was geen dag voor koning Arthur en zijne ridders, om stil te zitten in de burcht Caradigaan, het was een dag, om te jagen. Koning Arthur kwam tot zijn heeren, tot Gawein en IJwein, tot Perchevael en Lanceloot, tot Keye en Sagremort. "Niet wil ik zitten," sprak hij, "want het weder is schoon en klaar. Jagen wil ik in 't woud van Goriënde het witte hert, dat zal hooren het geblaf mijner honden.
En hij toonde vóór de ridders een witten wand, die was gelijst in gouden, vlammend geloover en de wand was een vierkant amelaken gelijk, gespannen strak en ontvankelijk voor alle des Verledens beeltenis. Tooverië? Of geen tooverië? vraagde zich Sagremort af. Dat is de vrage! Tooverië! Tooverië! verzekerde Merlijn.
Het was Sagremort: Gawein, Lancelot, Galehot, Gwinebant ijlden op hem toe. Sagremort steeg af. De ridders voerden, met de baroenen en de edelvrouwen en de schoothondjes, Sagremort vóór den Koning. Sagremort zeide: Edele heere Koning van Endi, hooge Assentijn!
Een draak dooden, onder ons gezegd, is niet zoo roemrijk fayt van wapenen. Het gebeest spuwt tòch vier, God weet!? weifelde Sagremort, brauw gefronst. De reus, Sagremort, zei Galehot; dien gij te eenen werf hebt verslagen, was zekerlijk geweldiger tegenstander dan mijn drie draken waren. Bij den goeden dage! beäamde, klein maar dapper, Meleagant, die ook wel een paar draken gedood had.
Wees des gewes, lezer, dat Lancelot, Gwinebant, Galehot en Sagremort Amoreuse-Garde gingen belegeren. En dat Gawein maar waar school toch Amadijs? dacht Gawein op queste toog naar het Scaec. Dat Amadijs hem niet vergezelde, merkte nauwlijks Gawein. Hij was vòl geluk, om Ysabele.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek