United States or El Salvador ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op wijsgeerig gebied ondervond hij in zijne jeugd den meesten invloed van de zijde van Rousseau.

Door de verschijning van de "Nouvelle Héloïse" en den "Emile" was Rousseau een ster der eerste grootte geworden, stralend met gelijke kracht als Voltaire, maar in milder en warmer glans.

Als een wettisch, orthodox man, die hij zelf is, schreef hij dat toe aan de bijzonderheid, dat zij nog altijd veel op had met de denkbeelden en gevoelens der achttiende eeuw, dat zij eene groote vereerster was van Rousseau ja, zelfs dat zij eene statuette van Voltaire in hare kamer had en zich had laten afbeelden met een deeltje van diens brieven in de hand, al wist zij, dat de toekomende bezitter juist niet bijzonder gesticht zou zijn door dit détail, Maar zij hield er van, mij een weinigje te plagen, voegde hij er met een sluw glimlachje bij, en ik liet haar begaan; zij had overigens zooveel goeds.

De encyclopedisten, de physiocraten, de wijsgeeren, de utopisten, met Diderot, Turgot, Voltaire en Rousseau aan het hoofd, zijn vier gewijde legioenen. De ontzaggelijke vooruitgang van de menschheid naar het licht is aan hen te danken.

En toch eert hij in deze in de eerste plaats de grootheid der gedachte: in Napoleon eert hij, dat wat Rousseau groot maakte; en hij beseft het manco van den denker: de daad ontbreekt. In later jaren, als hij door zijn woord, door zijne ideeën duizenden meesleept, droomt hij van wereldsche macht, van een keizerrijk van Insulinde.

Mme d'Epinay van haar kant had geen vrouw moeten wezen, om zich niet ontstemd te voelen door den plotselingen hartstocht van Rousseau voor haar schoonzuster.

Hoe Rousseau inderdaad aan deze mogelijkheid gedacht heeft, moge de volgende uitlating bewijzen: De tout ce que j'ai dit jusqu'

't Ligt voor de hand, dat, waar Mme d'Houdetot en Rousseau bijna voortdurend samen waren, samen wandelden in den maneschijn, enz. en de gasten op de Chevrettes, die tot denzelfden kring als St. Lambert behoorden, van dat alles op de hoogte waren, geruchten en praatjes St. Lambert moesten bereiken.

Hun oordeel ging over op de historici en de biographen van Rousseau. Met zeer enkele uitzonderingen hebben zij alle afgegeven op "die afschuwelijke Thérèse," haar fouten breed uitgemeten, haar deugden en verdiensten vermoffeld.

In die klotsende tijden, dat de staatkundige denkbeelden van Rousseau leefden in duizenden dappere harten, keerden de menschen zich af van zijn pogen als kunstenaar. Zij waren onverschillig geworden voor de verinniging en de verinnerlijking der levens-beelding die hij gezocht en bereikt had, zij voelden niets voor de uitbeelding van den geheelen, natuurlijken, mensch.