Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 oktober 2025
"Zacht wat!" zeide de cipier; "wat wil dat gedruisch?" "Die schurk wilde den Prins vermoorden," herhaalde Joan. "Kom! zotteklap!" hernam de cipier: "ga maar weder naar uw kooi en slaap uw roes uit, opdat gij morgen verstandig moogt antwoorden, wanneer gij verhoord wordt." "Maar ik verzeker u, dat die guit...."
Al dien tijd voelde ik mij bepaald gelukkig, en was ik in een' roes van 'snellen zedelijken vooruitgang'." Die "snelle zedelijke vooruitgang" was oorzaak, dat Tolstoi zich niet lang met dit gezelschap en dezen werkkring kon tevreden stellen; en gretig zocht hij naar een middel om er uit te geraken.
Trouwens er waren daar in Ostromdscha wel al menschen, die ik graag zoo iets had toegediend! Wie waren dat dan? De beide broeders die ons vervolgden en onze aankomst boven bij de ruïne zouden melden! Die bij den herbergier Ibarek waren ingekwartierd? Ja. Zij moeten echter hun roes eerder hebben uitgeslapen dan wij dachten, want gij waart nauwelijks weg toen zij kwamen. Waar hebt gij hen gezien?
Omtrent hetzelfde voorschrift gaf Boerhave; doch reeds had Plato, ofschoon verbiedende dat iemand vóór zijn 18de jaar wijn gebruikte of zich vóór zijn 40ste een roes dronk, aan hen die de veertig te boven waren, den raad gegeven, den wijngod met kracht te vieren.
"Welnu, dan zullen we eens zien of het tooneel met de werkelijkheid overeenkomt. Wacht even, we zullen met Schaunard beginnen. Hé, Schaunard!" riep de schilder. "Ja, wat is er?" antwoordde deze, die in de blauwe zee van een zoete roes scheen te zwemmen. "Er is hier niets meer te drinken en we hebben allemaal nog dorst." "Ach ja," zeide Schaunard, "die flesschen zijn ook zoo klein!"
Zij deden als gewone, kalme, welgestelde dorpsburgers of boeren, hielden een praatje met de menschen, speelden een partijtje met de dobbelsteenen of de kaarten, en slechts een af en toe hevig opstormende roes van bijna uitbarstende jool en wassende dronkenschap maakte 't hun lastig om er eenigszins hun ernst en fatsoen bij te behouden.
Zóó ... ja!... zóó wilde hij weer werken, in zoo'n roes, niet weten of er ergens een stad Rotterdam bestond, of hij nog een broer had, of een moeder..., en ook morgen zoo, en overmorgen.... Overmorgen!... God! hoe dreigde toch die dag nog, met verfijnde marteling en stommen hoon!... De zon klom snel in 't oosten.
Het diner kenmerkte zich overigens, zoo al niet door vrolijkheid, toch door luidruchtigheid, vooral toen de reizigers bij het dessert zich verpligt gevoelden, hunne dankbaarheid voor levensbehoud en uitredding uit dreigend gevaar te betoonen door zich een halven roes te drinken aan besten Rijnwijn.
De Wagdies zouden half beschonken hunne roes uitslapen in hunne hutten, of wezenloos ronddwalen door het woud, zelfs de krijgslieden hadden door den drank het hoofd verloren, het koninklijk paleis zou minder streng bewaakt worden dan anders en het zou waarschijnlijk niet moeilijk zijn, tot in het vertrek van Mselo-Tala-Tala door te dringen.
Uit den zwaren roes ontwaakt, kostte het hem heel wat inspanning om zich op te heffen ten einde zich het antwoord op die vraag te bezorgen. Eindelijk gelukte het hem, en, op een reet toetredende, waardoor het aanbrekende morgenlicht boorde, onderzocht hij met een bevende hand, of het hem zou gelukken uit dit donkere verblijf te geraken, waarin hij zonder zelfbewustzijn gebracht werd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek