Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 juni 2025


Bovenal wordt het dorp veel bezocht en ook bewoond, omdat het Liesbosch in zijn nabijheid ligt. De oudheidkundige wandelaar zal hier weinig belangrijks ontdekken. Prinsenhage heeft geen oude gebouwen, om op te roemen, en de bewoners zijn om Breda, meer dan ergens elders in de baronie, door de vele vreemdelingen gemoderniseerd.

Laat den Kerel u verschooning en vergiffenis vragen, omdat hij op zulken dag en in uwe tegenwoordigheid wraak pleegde, en schenk hem dan door eigene beweging de vrijheid. Men zal deze daad onthalen als eene hulde aan het recht, zoolang dit recht bestaat, en men zal u roemen als een grootmoedig vorst." Velen, over dezen wijzen vond verwonderd en verblijd, knikten bevestigend.

Hij was algemeen bemind; zijne tijdgenooten, tot welke partij zij ook behooren mogen, roemen zijn beminlijk karakter en zijn aangenamen, vertrouwlijken toon, die echter nooit aan de vorstelijke waardigheid te kort deed. Hij bezat die hoflijkheid, welke rechtstreeks uit het hart vloeit en de meest aantrekkelijke eigenschap van een aanzienlijk man uitmaakt.

En de hoop die hij nog hield, het vertrouwen van zijn ziek brein in den waarachtige die komen zou na zijn dood, zijn naam zuiveren en zijn werken rechtvaardigen, was het niet een verpersoonlijking der toekomstige geslachten, der burgerlijke samenleving die hoon en smaad en laster zou afwentelen van zijn gedachtenis, in hem roemen als in een Groote?

VII: 12: "Alle dingen, die gij wilt dat u de menschen zouden doen, doet gij hun ook alzoo," bij ons, die ons roemen eene Christen-natie te zijn, nog zoo weinig doorgedrongen is. In ons burgerlijk wetboek leest men: "Allen, die zich op het grondgebied van den staat bevinden, zijn vrij en bevoegd tot het genot der burgerlijke regten.

Ook zij hebben zich vermomd en gelijk gij het haar gekort. Ja, ik zou durven bezweren, dat gij, mijn vriend, wiens naam..." »Ik heet Darius." »Dat gij, Darius, uwe haren zwart geverfd hebt. Is het zoo niet? Gij ziet, dat mijn geheugen mij niet bedriegt. Toch mag ik daar niet al te zeer op roemen; want meermalen heb ik u te Saïs gezien, en ook hier bij uwe aankomst en uw vertrek.

Daarvoor wil ik waken en dus zoo veel over hunne gewoonten schrijven, als ik gezien heb. Over de Geertmannen kan ik gereedelijk heenstappen. Ik heb niet veel met hen omgegaan. Doch zoo veel ik gezien heb, zijn zij het meest bij hunne taal en zeden gebleven. Dat kan ik niet zeggen van de anderen. Die van de Krekalanden weg komen, zijn kwaad ter taal, en op hunne zeden valt niet te roemen.

Hij deelde mij mee, dat hij voor drie dagen den secretaris van den minister gesproken had en deze had hem gezegd: "Mijnheer, ge behoeft niet zoo op uw trouw en uw ijver te roemen, ge hebt slechts uw plicht gedaan, door u voor uw vaderland aan gevaren bloot te stellen. De roem, welke aan die schoone daden is verbonden, betaalt ze voldoende en moet een Spanjaard genoeg zijn.

Want hy had moeten bedenken dat een Regent van Lebak niet gaarne de wegen van Pandeglang hoort roemen, al zyn die dan ook werkelyk beter dan in 't Lebaksche. De Adhipatti beging de fout van een te snel antwoord niet.

Wel herinnerde ik mij, haar somtijds te hebben hooren roemen als eene schoonheid, te schoon en te geestig voor een man als den haren, van wien men beweerde dat hij het kruid niet uitgevonden had; doch daar ik òf hem òf haar zelfs niet van aangezigt kende, vond ik het niet noodig gewag te maken, van die bijzonderheid.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek