Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 mei 2025


Bij voorkeur kiest hij daartoe, tegen het vallen van den avond, een der hoofdgrachten bij een straat en een brug; dan heeft hij altijd twee wegen, twee kansen om zijn vijand te ontloopen. Voorzichtig speurt hij rond, zijn mageren hals rekkend uit den groezeligen boord van 't sporthemd. Geen agent is op de gracht vóór hem te ontdekken, achter hem evenmin.

»Toen zij mij met groote moeite verteld had, dat ze dit gedaan hadzei de vrouw, »viel zij dood achterover.« »Zonder iets meer te zeggenriep Monks met een stem, die juist omdat ze gedempt was, te woedender klonk. »'t Is een leugen! Ik laat niet met me spelen. Ze zei meer. Al moet ik 't leven uit jullie scheuren, ik wil weten wat 't was.« »En daarin was « viel Monks in, zijn hals rekkend.

De handen, paarsrood van kool nog, klitten het goed tot een prop, persend en rekkend. Schreeuwend, om het gedreun van de wielen, begon hij te praten, klagend over het weer en de dragers, blij dat ze veiligjes zaten, schreeuwden hun antwoord.

Ze blijft den heelen dag weg. Ze bemoeit zich met niets, met niets. Ze geeft geen geluid. Alleen de jongen piepen schel, vinnig, als ze gulzig vechten, vechten in hun blindheid om den tepel der moeder. Den heelen dag, spinnend en rekkend de pooten, ligt Poes bij haar kinderen.

Het stijve papier ratelde tusschen zijn vingers, frommelend en friemelend en knijpend en rekkend: «ziet u, 't pampier is te stijf, 't mot olifant wezen".... ontwikkelde hij met veel armgewerk en vingergeschik, het gevirtuoos een beetje ontwend, zijn reeks van papieren gelijkenissen. En hij liet de gewrichtjes der vingers knakken en kraken, als hij met een slag, een hokus-pokus-slag, het eene figuur uit het andere haalde, tot het vermaak der menschen die hij denkbeeldig om zich had. Het lesje liep af.... de letter K kwam, een Spaansche halskraag werd een preekstoel met een trap er aan.... en toen de raderen van een stoomboot die door het water vaart.... «Dat is een priëel," zong hij.... «en dat het mussie dat mijn zalige grootmoeder droeg, is ze niet z

Daar waren Engelschen de halzen rekkend, jong volk veel, in de strakke gezichten dotten de snorren; Duitschers waarvan de borsten en schouders platend kwamen uit het gedrang, met zwellende wangen rozig van de warmte in het goudelende gelaatshaar; zuiderlingen weinige, zwaar van wenkbrauw boven den somberen oogkuil, verschenen er klein en pezig.

Lage landen aan zee, oostwaarts zachtkens opglooiend, overal afgebroken door plassen en meren en breede rivieren; eenzame heiden en uitgestrekte bosschen, afgewisseld door poelen en moerassen. Over die woeste gronden zwerven Kelten en Germanen, jagers en visschers, levend van de hand in den tand, een ruw en zorgvol bestaan rekkend in den strijd met wilde dieren.

Anderen Op Zoek