United States or Norway ? Vote for the TOP Country of the Week !


De nieuwe functionarissen, allen vrienden van haar, als Regnier, die als opperrechter de portefeuille van Justitie in naam overnam, doch deze terstond toevertrouwde aan den staatsraad Real, ook een intimis; Chaptal, die minister van Binnenlandsche Zaken bleef, en Fouvevoy, die den ook tot senator benoemden intrigant Roederer verving als directeur-generaal van het openbaar onderwijs, verrieden haar, dat zij bij deze omwenteling veeleer gewonnen dan verloren had.

De heer van Jollet riep de hulp in van zijne broeders Richard van Falais en Regnier van Beaufort en van de heeren van Celles en van Spontin; de vijf verbonden edellieden brachten hunne mannen van wapenen op de been en liepen, roovende en plunderende, het land af.

Inplaats van onmiddellijk af te ketsen op het waarnemingsvlak, dringt de indruk door tot in het diepst van hun ziel en als hij dan, verwoord, weer buiten dringt, is hij heel iets anders geworden. Dus mijn individualisme gaat meer uit naar dat van de Fransche symbolisten, maar is toch weer heel iets anders. De eigenlijke symbolisten, die ingeleid zijn door Henri de Régnier, systematiseeren.

Petit de Julleville, Jean Regnier, bailli d'Auxerre, Revue d'hist. litt. de la France, 1895 p. 157, bij Doutrepont, p. 383; vgl. Deschamps, VIII p. 43. H.F. Wirth, Der Untergang des niederländischen Volksliedes, Haag, 1911. Deschamps, VI p. 112, no. 1169, La leçon de musique. Charles d'Orléans, Poésies complètes, Paris 1874, 2 vol., I p. 12. 42. ib. p. 88. Deschamps, VI p. 82, no 1151; zie b.v.

Ik ben altijd gestruikeld over den tweespalt tusschen gevoel en verstand. Mijn gevoel zegt zus mijn verstand begint het dialectisch te ontleden en zegt: Neen, niet zus. Het is bij mij uitgegaan van de epicuristische grondbeginselen, en ik ben nooit tot een andere conclusie gekomen, dan dat het leven is een koorddansen boven den afgrond. Een typisch voorbeeld vind ik De Régnier, een man van geweldige melancholie, zeker een van de meest pessimistische menschen die ik mij ooit kan voorstellen, en het eigenaardige is nu, dat de eene helft van zijn werk dit gevoel zuiver weergeeft en de andere helft bestaat uit verzen van enkel plastische schoonheid. Hij is innerlijk overtuigd van de ijdelheid van het geheele leven, maar zijn oogen vonden de uiterlijke schoonheid van de wereld en zijn daarmede vervuld. Dit genot hebbend, schijnt hij dan zijn droefgeestigheid te kunnen vergeten. Maar ìk kan niet inzien, hoe men dat voortdurend knagende gevoel van de redeloosheid van het leven tot zwijgen kan brengen met de schoonheid, alsof die een narcotisch middel daartegen ware, alsof niet juist de schoonheid er voortdurend aan herinnert, dat zij een begoocheling is over een leegte. Ik k

De heer van Jollet riep de hulp in van zijne broeders Richard van Falais en Regnier van Beaufort en van de heeren van Celles en van Spontin; de vijf verbonden edellieden brachten hunne mannen van wapenen op de been en liepen, roovende en plunderende, het land af.

Maar wij zien bv. in Frankrijk, dat de Régnier in zijn laatste werk is geworden de meest Fransche van zijn landgenooten, stijl heeft gekregen: een nationaal-Franschen stijl. In Duitschland zien wij ook zoo iets gebeuren. Daar werkte Stefan George onder den invloed van Baudelaire en Malarmé, en in zijn laatste werk is hij typisch-Duitsch geworden.