United States or Saint Pierre and Miquelon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Sutrium, Soutrion, stad in Etruria, latijnsche kolonie sedert 383, aan den weg van Rome naar Volsinii, ten O. van den mons Ciminius. Svardones = Suardones. Sybaris, Sybaris, een monster, dat de omstreken van den Parnassus verwoestte en door Eurybates gedood werd. Z. Alcyoneus.

De beschuldiging luidde: Wij hebben hier niet alleen een fruitdief, een strooper; wij hebben een roover voor ons, een gewezen tuchteling. die zijn ban heeft verbroken, een allergevaarlijkste schurk, Jean Valjean geheeten, dien de justitie sinds lang zocht, en die, acht jaren geleden, toen hij het bagno van Toulon verliet, gewelddadigerwijze een diefstal heeft gepleegd op den persoon van een jongen savooiaard, kleine Gervais genaamd, een misdaad, waartegen voorzien is bij art. 383 van het strafwetboek en voor welke wij ons een nadere vervolging voorbehouden, zoodra de identiteit wettelijk zal bewezen zijn.

In 383 brak in Britannia een opstand in het leger onder Maximus uit en toen deze laatste in Gallië geland was, werd Gratianus door zijn troepen bij Parijs verlaten en op de vlucht te Lyon vermoord. Gration, Gration, een van de Giganten, door Artemis gedood. Van hem is nog een leergedicht over de jacht, getiteld Cynegetica, grootendeels bewaard gebleven. Graupius mons, zie Grampius mons.

In 383 werd Pl. nogmaals herbouwd, doch in 372 door de Thebanen op nieuw verwoest. Onder macedonisch bestuur herrees het weder. Platanistas, eene ruimte bij Sparta, aan den Eurotas, met plataanboomen beplant en met standbeelden van heroën versierd, en door de spartaansche jongelingschap tot lichaamsoefeningen gebezigd. Platea, Platea, eiland op de kust van Cyrenaïca.

Ze kwamen terug in het jaar 383, en Udolph Haron verheugde zich, dat zij zoo krachtig en manhaftig waren. Hij wilde ze bij, zich houden, zoolang hij nog op aarde was, doch het verlangen van oude menschen kan het leven niet regeéren. Twee jaren woonden ze in zijn huis, toen er luid geklaag klonk in Friesland's dorpen, want de grond was niet zoo rijk, dat hij allen kon voeden.

VIII Boek, c. 60, vs. 73 vlgg.; II, p. 383; II, p. 79; I, p. 15, vs. 55 vlgg.; 315, 2e kolom; IV3, c. 22, vs. 83 vlgg.; c. 6, vs. 5-11. Vgl. a.w. VII, 788 vlgg.; II, 1875 vlgg. Vgl. IV1, c. 27. Zie: Inleiding, XL-XLI. De door mij bedoelde rijmen zijn: hove || verscrove. Vgl. v.d. L. v. O., vs. 11 vlgg.; 118 vlgg.; 130, 200. Vgl. III, 7290 vlgg.