Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Toen stonden de Engelschen aan de weduwe van Khandi Rao, Maharani Jumnabai, toe, een twaalfjarigen knaap te adopteeren, Gopal Rao, den afstammeling van een fatsoenlijken, maar verarmden tak van het geslacht der Gikwars, die sedert lang op zijn bezittingen, in een dorp van het district Khandesh, teruggetrokken woonde.

Uit physiek oogpunt was Khandi Rao een prachtmensch, krachtig gebouwd, met regelmatige trekken; hij had een korten baard, geknipt op de wijze der Mahratten.

Hij komt naar Engeland met het dubbel idee om terug te krijgen wat hij als zijn rechtmatig eigendom beschouwt, en zich te wreken op den man die hem slecht behandeld heeft. Hij vond uit waar Sholto woonde en stelde zich hoogst waarschijnlijk met een van diens huisgenooten in betrekking. Daar is bijvoorbeeld die kelderknecht, Lal Rao, dien wij niet gezien hebben. Mrs.

Bernstone, een Indiaansche huisknecht, Lal Rao, en een portier met name Mc. Murdo. Het is volkomen zeker dat de dief of dieven ten zeerste met de inrichting van het huis bekend waren, want Mr.

Eerst bij de nadering van den pâl van Tandît, terwijl de paarden een oogenblik uitbliezen, vergenoegde Nana Sahib zich het hem in deze termen te zeggen: »Munro heeft Calcutta verlaten en richt zich naar Bombay." »De weg van Bombay," riep Balao Rao uit, »loopt naar het strand van de Indische Zee!" »De weg van Bombay, ditmaal," antwoordde Nana Sahib, »zal ophouden bij de Vindhyas!"

De groote ministers, zooals de Brahmaan Madhav Rao, die de orde heeft hersteld in de staat Baroda; Salar Jung, die een steun in Nizam is geweest, zij hebben succes gehad daar, waar Engelschen en verengelschte Indiërs schipbreuk hebben geleden.

Balao Rao meende over dit onderwerp niet met Nana Sahib te moeten spreken en zelf hechtte hij er al spoedig niet het minste gewicht meer aan. Een maand na hun komst in den pâl van Tandît, was van den terugkeer der Dwalende Vlam in de vallei van Nerbudda nog niets gebleken. Gedurende een geheele maand, van den 12n Maart tot den 12n April, bleef Nana Sahib in den pâl verborgen.

Het hoofd kende zich den naam van Gikwar toe, wat wil zeggen "veehoeder". De Gikwars stammen inderdaad af van een geslacht van boeren, die na de regeering van keizer Aurengzeb zich schaarden onder de banier van de peichwahs, hun vorsten uit Poenah, en Pilaji Rao werd de grondvester der dynastie.

Balao Rao, oudere broeder van Dandou-Pant, doch nauwlijks een jaar, geleek hem lichamelijk sprekend, maar ook geestelijk was het Nana Sahib volkomen. Dezelfde haat jegens de Engelschen, dezelfde sluwheid in zijne plannen, dezelfde wreedheid in de uitvoering, dezelfde ziel in twee lichamen. Gedurende den geheelen opstand hadden de twee broeders elkander niet verlaten.

Zoodra de nacht was aangebroken, waagden Nana Sahib en Balao Rao het hunne schuilplaats te verlaten. Zij begaven zich dan naar de oevers der Nerbudda en gingen van dorp tot dorp, van pâl tot pâl, het oogenblik verbeidende waarop zij met eenige zekerheid het domein konden bezoeken der aan de Engelschen schatplichtige rajahs.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek