Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Balao Rao had den Hindoe met de grootste aandacht aangehoord. Hij was het nog niet met zich zelven eens, of er niet eenig gevaar in gelegen was, dat de Dwalende Vlam den pâl van Tandît kende, er reeds een schuilplaats gezocht had en haar instinct er haar kon terugvoeren. Hij kwam dus op dit punt terug en vroeg den Gound of hij of de zijnen wisten waar de krankzinnige zich op dit oogenblik bevond.
Men verneemt in December, dat hij in een aangrenzend distrikt van Nepaul de wijk genomen heeft. Men verzekert dat Nana Sahib, Balao Rao, zijn broeder, en de Begoem van Oude met hem zijn. Later, gedurende de laatste dagen van het jaar, loopt er een gerucht, dat zij een schuilplaats gezocht hebben aan de grens der koninkrijken Nepaul en Oude.
Binnen eenige weken zal de dochter van den vorst van Baroda zijn tweede vrouw worden. Deze vorst, Maharatja Sir Madeno Rao Sindhia staat als een ontwikkeld en vooruitstrevend man bekend. Hij doet veel voor de ontwikkeling van zijn volk. Er zijn in zijn rijk staatsscholen voor elementair en vakonderwijs, waarin het onderwijs gratis gegeven wordt.
Samboe-Singh zelf verschijnt eerst tegen twee uur; hij is gezeten in een prachtig versierde gondel, die aan de groote trap aanlegt, waar wij gereed staan om hem te ontvangen; de Rao van Baidlah en de Rao van Pursaoli vergezellen den Vorst.
Zie hier wat er sedert den nacht van den 7n op den 8n Maart gebeurd was, waarin Nana Sahib, vergezeld van zijn broeder Balao Rao, begeleid door zijn getrouwste krijgskameraden en gevolgd door den Hindoe Kâlagani, de grotten van Adjuntah verlaten had.
Terwijl een eminent minister, de Brahmaan Madhav Rao, hem steunde bij het reorganiseeren van den staat, gaf een engelsch leeraar den jeugdigen Gikwar een degelijk onderwijs en bereidde hem voor op zijn rol van souverein.
Op een naburig plein worden de gouden en zilveren kanonnen bewaard, de trots van den staat Baroda. De zilveren kanonnen werden gegoten op bevel van Khandi Rao; maar Mulhar Rao, die altijd ijverzuchtig was op den roem van zijn broeder, liet nog twee van goud gieten. Die laatste hebben zilveren affuiten, en de zilveren hebben gouden affuiten.
Zooals Balao Rao gezegd had, wachtten hun drie paarden op den weg op, onder de hoede van den Hindoe Kâlagani, een getrouwen dienaar van Dandou-Pant. Deze paarden waren verborgen geweest in een dicht bosch, een mijl van het dorp af. Het eene was bestemd voor den Nana, het andere voor Balao Rao, het derde voor Kâlagani en even daarna galoppeerden alle drie in de richting van Adjuntah.
Den volgenden morgen was ons eerste werk, te paard een bezoek te gaan afleggen bij Lutsjmun Rao, dewan of eerste minister van den koning van Mewar, voor wien de engelsche kommandant van Kheirwara mij een aanbevelingsbrief had medegegeven. Onze sowars hadden zich, als gewapend geleide, bij ons aangesloten, en zoo trok onze kleine stoet naar de naaste poort der stad.
Hij heeft duizend gulden uitgeloofd aan hen, die hem Nana Sahib zal overleveren!" »Dandou-Pant!" riep Balao Rao uit, »je hoofd is meer waard! Dat zou nauwlijks de prijs van het mijne zijn en na drie maanden zouden ze maar al te gelukkig zijn ze beiden voor tien duizend gulden te hebben!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek