Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


Bavo beloofde de toelating zijns meesters te vragen; maar men moest nog eenige weken wachten, totdat de woning der nieuwgetrouwden geheel in orde zou zijn. Eindelijk, op eenen zaterdagavond, toonde hij juichend eenen grooten sleutel en zeide, dat M. Raemdonck hun allen toeliet het huis van onder tot boven te bezichtigen en zelfs eenen ganschen namiddag in den hof door te brengen.

M. Raemdonck opende eene lade van zijnen schrijflessenaar, nam er iets uit, naderde tot den duizeligen jongen en zeide hem: "Kom morgen op het groot bureel; de oude meester-klerk is een braaf man en een edelmoedig hart; hij zal u vriendelijk zijn en u voorthelpen. Eenen Godspenning wil ik u geven; het zal mijn geschenk zijn.

"Ik kan ziek worden," zeide de meester-klerk, "ik kan eene andere plaats bekomen; mijn oom, de huidvetter, kan sterven. Dan erf ik een fortuin en ga op mijn geboortedorp leven. Ik wil u bekwaam maken om mij desnoods in mijne bezigheid te vervangen en, indien het gebeurt, als gij oud genoeg zijt, om mijne plaats bij M. Raemdonck te krijgen." Dit vooruitzicht was een nieuwe spoorslag voor Bavo.

"Dan, mijnheer, dan zal mijn vader niet meer werken, en mijne moeder ook niet." "Gij zijt een brave jongen," sprak M. Raemdonck getroffen. "Wat wint gij nu? Vier of vijf franken in de week, niet waar? Dit is niet genoeg.

Hij was zoo vroolijk, zoo blijgeestig, dat hij iedereen deed juichen en in de handen klappen van hoop en vreugde. Eindelijk vertelde hij, dat de neef van M. Raemdonck, die lang te Parijs had verbleven en daar zelfs onlangs was getrouwd, naar Gent ging komen wonen. M. Raemdonck was op zoek naar een huis voor zijnen neef. Groot moest het niet zijn, maar fraai en zindelijk.

Het was op eenen zomeravond van het jaar 1832, dat de werklieden der fabriek van mijnheer Raemdonck dus, op het sein der klok, hunnen arbeid staakten en te gelijk op het binnenplein zakten, om daar voor een venster van het bureel op de uitbetaling van het loon der afgeloopene week te wachten. Alhoewel schijnbaar dooreengemengd, toonden zij echter eenige schikking.

"Blijf nu een oogenblikje hier wachten, mijn vriend," zeide hij; "ik ga M. Raemdonck van uwe komst verwittigen." Hij liet Bavo alleen in het bureel, opende eene deur en trad ten einde van eenen gang in eene zaal, waar de eigenaar der fabriek voor eene tafel zat en bezig was met eenige papieren te doorbladeren. "Welnu, Pasmans, hoe staat het met de geleerdheid van den jongen?" vroeg hij.

In den kelder lag eene ton bier op hare stelling; een gemetste bak bevatte een zeker getal flesschen wijn, en er stond zelfs een groote oplegpot, die ongetwijfeld eenen voorraad boter bevatte. Dit deed de Damhouts zeggen, dat M. Raemdonck niets had vergeten, en zijn neef alles in gereedheid zou vinden, als hadde hij zelf het huis sedert lang bewoond.

Bavo vergenoegde zich niet met hetgeen er voor hem op de fabriek van M. Raemdonck te leeren was; hij had zijnen meester overgehaald om in te schrijven op de nieuwste schriften over werktuigkunde en nijverheid; hij volgde openbare avondlessen, welke er alsdan over dit vak door geleerde professors werden gegeven; hij bezocht telkens dat hij er gelegenheid toe had, de beste fabrieken van Gent.

"Nu het glas wijn op de gezondheid van ... van ... dit gaan wij zien! Aan tafel, aan tafel!" En hij opende eene kas, nam er eene flesch en roemers uit en schonk den wijn. Ieder wilde zijn glas aangrijpen om ter eere van M. Raemdonck te drinken; maar Bavo weerhield hen. "Wacht een oogenblik," zeide hij, "er is ook iets om te eten!

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek