Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 mei 2025
Als er ooit een man voor drievierde krankzinnig was van angst, dan was het deze Pinner. Wat kan hem zoo'n schrik aangejaagd hebben?" "Hij vermoedt, geloof ik, dat wij detectives zijn." "Dat is het," zei Pycroft. Holmes schudde het hoofd. "Hij werd niet bleek, hij was bleek, toen wij binnenkwamen. Het is best mogelijk, dat...."
Deze laatste woorden ontvielen hem ondanks hem zelf, alsof de dwang, dien hij zich blijkbaar oplegde, plotseling was verbroken. Holmes en ik keken elkaar aan en Hall Pycroft deed een stap naar de tafel. "Gij vergeet, mijnheer Pinner," zeide hij, "dat ik hier ben volgens afspraak met u, om eenige orders te ontvangen." "Zeker, mijnheer Pycroft, zeker.
Ik geloof, dat ge me zult toestemmen, dat een onderhoud met mijnheer Arthur Harry Pinner in de tijdelijke kantoren van de Franco-Midland-IJzerwaren-Maatschappij voor ons beiden zeer belangwekkend en leerzaam zal wezen." "Maar hoe kunnen wij hem bezoeken?" "O, dat gaat gemakkelijk genoeg," zei Hall Pycroft opgeruimd. "Gij beiden behoort tot mijn vrienden en wilt gaarne een betrekking hebben.
Hij zag er precies uit als de heer, dien ik den vorigen avond gesproken had, dezelfde gestalte en stem; maar hij was glad geschoren en had lichter haren. "Zijt gij mijnheer Hall Pycroft?" vroeg hij. "Ja, die ben ik," gaf ik ten antwoord. "Ha, ik wachtte u, maar gij zijt een beetje voor uw tijd. Ik ontving dezen morgen een brief van mijn broer, waarin hij u zeer prees."
Hij wees naar een blond man van middelmatige gestalte, goed gekleed, die in snellen tred aan de andere zijde van den weg liep. Toen wij hem in 't oog kregen, zag hij juist naar een jongen, die de laatste editie van het avondblad ventte en tusschen de huurrijtuigen en omnibussen doorloopende, kocht hij een exemplaar van hem. Daarna verdween hij door een deur. "Daar gaat hij!" riep Hall Pycroft.
"Hij is daar in het kantoor van de Maatschappij gegaan. Ga mee en ik zal dat zaakje spoedig opknappen." Hem volgende, kwamen wij op de vijfde verdieping aan een op een kier staande deur, waar onze cliënt klopte. "Kom binnen," riep een stem en wij traden een vertrek binnen, kaal, ongemeubileerd, zooals Hall Pycroft het ons had beschreven.
"Maar wat ook mij duister is, is dit laatste punt, het ophangen. De geheele zaak draait om twee punten. Het eerste is, dat men Pycroft een verklaring liet schrijven, waarbij hij een betrekking bij deze ongerijmde Maatschappij aannam, alleen om zijn handschrift te bezitten en dat het eenige middel daartoe was, u die schriftelijke verklaring te laten afgeven." "En waarvoor?" "Ja, waarvoor?
Dat tweede punt is het verzoek door Pinner gedaan, dat gij niet zoudt schrijven, dat gij van uw betrekking afzaagt, maar den directeur der firma Mawson and Williams in de meening moest laten, dat zekere Hall Pycroft, dien hij nooit had gezien, op Maandagmorgen bij hem in betrekking kwam." "Mijn God, wat ben ik een uilskuiken geweest!" riep onze cliënt.
Hall Pycroft hief radeloos met een snelle beweging zijn krampachtig gebalde vuisten boven zijn hoofd. "Genadige hemel! wat heeft die andere Pycroft, terwijl ik zoo misleid ben, op het kantoor van Mawson uitgericht? Wat zullen wij doen, mijnheer Holmes? Zeg mij, wat we doen moeten." "De krant," steunde een stem achter ons.
"Dan hebt gij de drukst beklante gekocht." "Dat geloof ik ook. Maar hoe weet gij dat?" "Dat zie ik aan de stoeptreden, mijn vriend. De uwe zijn drie duim dieper uitgesleten. Die heer daar in de cab is mijn cliënt, Mr. Hall Pycroft. Vergun mij u aan hem voor te stellen. Leg de zweep er over, koetsier, want wij moeten ons haasten, willen we op tijd aan den trein wezen."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek