United States or Singapore ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nog tegenwoordig toonen Zuidelijke- en Noordelijke Franschen, in ras, zeden en taal een aanmerkelijk verschil, dat zoo groot is, dat zij zich dikwijls nog ternauwernood onder denzelfden naam begrijpen. De Zuidelijke-Franschen in Provence noemen zich b.v. liever alleen "Provençalen", en laten den naam "Franschen" bij voorkeur aan de Noordelijke Franschen.

Gij moet dan weten, dat, naar wat de Provençalen verhalen, er in Provence twee edele ridders leefden, die elk een kasteel en vazallen beheerschten en waarvan de een Guillaume Roussillon en de ander Guillaume Gardestagne heette.

Trouwens, nergens breken de draden die naar de antieke kultuur terug voeren. Toen ongeveer het jaar 1000 enige Provençalen in het gevolg van een prinses naar Parijs kwamen, ergerden de mensen in Noord-Frankrijk zich over die kort geknipte, glad geschoren Zuidelingen, met hun fraaie kleeren, en hun ijdel, lichtvaardig optreden.

Uit dit alles ziet men dus, dat even als de toenmalige dichters van Europa, Arabische vertellingen en riddergeschiedenissen in hunne romans inweefden, evenzoo onze kunstenaars en werklieden in hunne voortbrengselen, Arabische phantasiën tot thema namen; dat even als in de verzen der Provençalen en Troubadours, Arabische beeldspraak weerklonk, zoo ook onze Keizers en Koningen Arabische borduursels en sieraden op schouders, borst en gordel droegen, en dat even als de ridders en krijgslieden, zoo ook de geleerden en wijzen van Europa, meermalen de zeden en wetten overnamen van de uit Afrika overgekomene veroveraars.

Hij maakte het Castiliaansch tot de taal der gerechtshoven en trachtte in de verzen den meer exacten geest en de dichterlijke zinswendingen der Provençalen over te brengen. Alfonso XI schreef een Algemeene Kroniek in de vlotte en vloeiende versmaat van de inheemsche redondillas, inplaats van de stijve en strakke Alexandrijnen, die in dien tijd gebruikelijk waren in letterkundige kringen.

Ik heb somtijds in mijn verbeelding een paar statige Haarlemsche burgers, ieder met een eenvoudige paruik en hoed op, een japon aan, een lange pijp met de eene hand in den mond houdende, en de andere op den rug of tusschen de sjerp geplaatst in het midden van eenige Gasconjers, of Provencalen, van dezelfde jaren, en tot denzelfden stand behoorende; maar het kwam mij voor, dat deze menschen in 't geheel niet bij elkanderen hoorden.

Maar deze verfijning, welke de Siciliaansche dichters uitwerkten tot een filosofisch-getinte leer van zuivere ontzegging, een soort van esoterische, slechts voor de hoogere geesten bestemde theorie der liefde, maar welke vooral door Sordello van Mantua werd gepropageerd, was toch eigenlijk niet veel meer dan wat zij ook bij de Provençalen geweest was: een dekadente methode tot prikkeling der zinnelijkheid juist door haar zooveel mogelijk belemmeringen in den weg te leggen: jalouzie, verheimlijking, trots, schaamte enz., kortom zij was tenslotte slechts een kunstmatige ontlading van onbevredigde, onderdrukte sensualiteit.

Op de hele tocht waren de Provençalen het meest fanatiek; alle visioenen en mirakelen pakken die zuidelingen heel wat sterker aan dan de Noord-Fransen en wanneer het hun voorkomt dat de leiders wat al te lang ergens blijven hangen, dan steken ze eenvoudig het kamp en de levensmiddelen in brand om ze op die manier te dwingen verder te trekken.