Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 mei 2025
Men kan zich denken, hoe verbaasd de eerzame poorters hebben gekeken, toen deze zeldzame buit uit het meer werd aangevoerd; en dat te meer, daar de vrouw niet scheen te kunnen spreken, en slechts een zuchtend en steunend geluid van zich gaf. Dat zwijgen was meer dan iets anders geschikt om aan haar vrouwelijke natuur te doen twijfelen; doch wat was het zonderlinge schepsel dan?
Wie ziet hier niet de majesteit des Vorsten, die afhaalde, die zich wil men vernederde tot de machtige poorters en koopluiden, wier bijstand hij ondervonden had en nog voortdurend behoefde.
"Neen, jonkvrouw, ik heb u reeds gezegd dat de schepenen en voorname poorters niet ophouden bij den koning allerlei pogingen aan te wenden om genade voor mher Sneloghe te bekomen.
De "steenen man", die, onbeweeglijk op een der hoeken van het plein geposteerd, zoo menigmaal de zegekreten der uit den strijd wederkeerende poorters vernam, was niet minder vaak getuige van deze menschonteerende handelingen en beestachtige wreedheden.
"Welnu, kastelein", vroeg hij hem, "gaat het werk goed voort aan de vesten? Wij moeten ons haasten; want wie weet wat er kan gebeuren?" "Wees niet bekommerd, broeder", antwoordde de kastelein. "Het is een wonder, met hoeveel ijver men ginder arbeidt. Van nu af zijn wij tot verdediging gereed." "En hoe toonen zich de poorters?"
«Sedert geruimen tijd:» sprak zij, was de goede verstandhouding tusschen de ambachtslieden en de rijke poorters der stad verbroken. Waarom, kon zij, arme onwetende vrouw, niet begrijpen, maar haar man, wiens leven vroeger zóó geregeld was, bleef soms tot laat in den nacht van huis weg en zijne gezellen, alsook de wevers, vollers en de leden van andere neringen, handelden eveneens.
Weet dus, dat hij overeengekomen is met Scheyf, den raadsheer van Brabant, om zijne tien vendels voetvolk in Antwerpen te brengen. Dat zal ik den poorters gaan zeggen, sprak Uilenspiegel; en hij ijlde weg, rap als de wind. 's Anderen daags waren de poorters te wapen.
Baudewijn Van Aelst trad vooruit en, na de stilte door eenige bazuinklanken was bevolen geworden, zeide hij tot de hoofdmannen: "Poorters van Brugge, ik ben tot u gezonden door den koning van Frankrijk. Hoort, wat hij u schrijft."
Hij keerde zich tot de ridders, waarschijnlijk om hen te raadplegen over de beslissing welke hij geneigd was te nemen. De Isegrims morden hevig; hunne gebaren konden laten gissen dat zij den koning poogden over te halen tot het volstrekt verwerpen van het verzoek der poorters.
Zij komen in lichten dag in de stad, verlossen gevangenen en nemen paapschgezinden om tot rantsoen te dienen. Met geweld doen zij de poorters opstaan, en dwingen eenigen hunner hen sprakeloos te volgen, onder doodsbedreiging. Uilenspiegel zeide tot Lamme: De zoon des admiraals is gevangen bij den schouteet; wij moeten hem verlossen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek