Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 oktober 2025


Zijn rook verliest zich in het dichte gebladerte dier feniksen der velden, de bananen, waarvan de gouden vruchten nedervallen als sterren te midden van lichte wolkjes. Bij zijn passage vliegen troepen teere rijstvogeltjes op, wier wit gevederte zich vermengt met de witte stoomspiralen.

Reizigers, die den nieuwen weg volgen, krijgen deze heerlijke passage niet te zien. Men heeft den weg hier over de rotsen gevoerd om het natuurschoon geen afbreuk te doen, zoodat het mooiste gedeelte van de geheele reis hun ontgaat. Wij betreurden het dan ook niet, de rivier tot weg gekozen te hebben.

Had ik bij Chapinet mij een oogenblik diep ongelukkig gevoeld, thans was ik weder vol hoop en ik ging Barberin zoeken in het logement van Cantal. Zonder dralen begaf ik mij naar de passage d'Austerlitz, vol hoop en vreugd, en, bezield met die gewaarwordingen, was ik zeer welwillend jegens Barberin gestemd. Wel beschouwd, was hij dan ook zoo kwaad niet als hij er uitzag.

Dat deze passage opgenomen is niettegenstaande haren zeer vertrouwelijken aard, geschiedt om een beeld te geven van het zielelijden. 21 November 1902. Als wij liefhebben, dan moeten wij heel blij en dankbaar zijn, als het voorwerp onzer liefde veel liefde geniet, èn geven èn ontvangen. Is het niet? Als wij liefhebben, dan is onze liefste wensch, dat onze liefste gelukkig is.

Bijzonder merkwaardig is in de aangehaalde passage de zinsnede, dat de lagere magie "dingen laat zien, waarvan in werkelijkheid niets bestaat." Dit wordt meer vermeld. Zoo sprak bijv.

Ik begon opnieuw en maakte de Primroses zoo belangwekkend mogelijk. Toen 't haar juist erg boeide, hield ik midden in een passage op en zei zachtzinnig: "Ik ben bang, dat het u vervelen zal, Tante; wil ik nu maar uitscheiden?" Ze nam haar breiwerk op, dat ze had laten vallen, keek mij heel scherp aan door haar bril en zei kortaf: "Lees het hoofdstuk uit en wees niet brutaal, jongejuffrouw."

Deze Hello is met recht genoemd de Pascal der 18e eeuw. Hij heeft een schitterend werk geschreven, getiteld: »l'Homme"; »de mensch". Lasserre geeft bij dit werk een inleiding, en deelt daarin de volgende passage mede. Het was in één der jaren vóór 1870, tijdens de tentoonstelling te Parijs. In de zoogenaamde dolle jaren dus. Men smeet met het geld. Men droomde van wereldvrede.

Nu eens ging er een plechtige begrafenisstoet voorbij en belemmerde de passage, dan weder was het een trouwpartij, minder vroolijk misschien dan de begrafenis, maar even lastig voor het verkeer op straat. Voor de yamen van een der magistraten was een oploop. Een ontevredene had op de klachtentrom geslagen en vroeg de tusschenkomst van de politie.

Een oude landman haalde eens zulk een boek uit een verborgen put onder den vloer zijner keuken te voorschijn, en wees mij een passage in rooden en zwarten inkt, waar te lezen stond dat al de monniken in het weerspannige klooster tot den laatsten man om het leven werden gebracht. De zegepraal der belegeraars was voor de natie een groot verlies.

De voorlezing van zijn Ossian-vertaling moet hij, door weemoed en tranen beheerscht, onderbreken. Met bevende stem leest hij nu de passage: "Daar komt de stonde dat ik moet verwelken....", maar raakt nu zoo ontroerd, dat hij voor Lotte op de knieën valt, en haar handen, na ze gekust te hebben, zich tegen voorhoofd en oogen drukt.

Woord Van De Dag

arasbesken

Anderen Op Zoek