Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 mei 2025
Pacheco, die leefde van 1571-1664, was, behalve een groot kunstenaar, een schrander en ervaren beoordeelaar.
"Gil Blas," zei mijn meester, "ga naar mijne tante dona Kimena en vraag haar of wij, seigneur Pacheco en ik, heden mijne nicht niet kunnen spreken." Ik ging naar de duenna om met haar te overleggen en ik keerde naar de valsche Mendoza terug.
"Het is waar," zei ik, mij in het gesprek mengend, "zij was een gewikste; ik zou er zelf zijn ingeloopen." Mendoza en Pacheco lachten, dat zij schaterden toen zij mij aldus hoorden spreken en inplaats van geraakt te zijn, dat ik mij in het gesprek mengde, richtten zij dikwijls het woord tot mij om zich over mijn antwoorden te vermaken.
Alle werken van dezen meester zijn polychroom. De eer der kunstvaardige beschildering komt toe aan den schilder Pacheco, die echter van Montanes' zijde geringen dank daarvoor inoogstte. Zooals bekend is, waren de kunstenaars der 16de eeuw in de beoefening hunner kunst aan strenge wetten onderworpen, door de gilden voorgeschreven.
"Seigneur," zei ik, "uwe nicht is welvarend, zij verzocht mij te zeggen, dat uw bezoek haar zeer aangenaam zal zijn en dona Kimena vroeg mij seigneur Pacheco te verzekeren, dat hij steeds welkom zal zijn." Ik bemerkte, dat deze laatste woorden don Louis veel genoegen deden. Mijn meesteres zag het ook en zag er een gelukkig voorteeken in.
De spaansche schilderschool zou waarschijnlijk door Pacheco's bemoeiingen in haar hoogevlucht zijn gestuit, als hij zelf niet tot andere gedachten was gekomen. Zijn dochter was gehuwd met Velasquez, die uit Sevilla naar Madrid was getrokken. Toen Pacheco zijn schoonzoon in de hoofdstad bezocht, deden de aanblik van diens werken en zijn gesprekken met den meester hem een nieuw licht opgaan.
Het is don Louis de Pacheco, hoogstens twintig jaar oud. Indien gij hem niet persoonlijk kent, hebt gij misschien van hem hooren spreken." "Neen," zei Aurora, "ik weet, dat hij van goede familie is maar verder niets en waar ik hier met hem moet wonen, zou ik gaarne iets meer over hem vernemen." "Seigneur," antwoordde de waardin, "het is een schitterend figuur. Hij is bijna zoo jong als u.
Ik moet je een plan ontvouwen, dat ge zeer zonderling zult vinden. Weet, dat ik zoo spoedig mogelijk naar Salamanca wil vertrekken. Daar ga ik mij als edelman verkleeden en onder den naam van don Felix kennis maken met Pacheco; ik zal trachten zijn vertrouwen en vriendschap te winnen en hem dikwijls spreken over mijn nicht Aurora de Guzmann. Misschien wenscht hij haar dan wel te zien.
Ik kan haar onstandvastigheid niet verontschuldigen en wel verre van prijs te stellen op de voorkeur die zij mij schenkt, wil ik voortaan niets meer van haar goedheid weten." "Ik voor mij," zei Pacheco, "wil haar nooit meer zien; dat is de eenige wraak die ik kan nemen."
"Hier, seigneur," zei hij, "ofschoon ik seigneur Pacheco niet ken, behoef ik niet te twijfelen, dat gij het zijt." "Neen, vriend," antwoordde mijne meesteres met bewonderenswaardige tegenwoordigheid van geest, "gij doet uw boodschappen goed. Gij hebt goed geraden dat ik don Louis Pacheco ben." De page verdween en Aurora zich met ons verwijderend, las: "Ik verneem dat gij te Salamanca zijt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek