Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 mei 2025


Het mooiste aan haar is het hoofdstel, dat ik op een goede honderd vijftig gulden aan oud zilver en goud stel, terwijl hare bekleedselen zijn, zooals de schrift zegt "vol gestikt met rood goud en de kostelijkste sieradieën," maar desniettemin zet de eene een zuur gezicht en kijkt de andere mankoliek, eene omstandigheid die ik aan het klimaat van de lucht, als onpasselijk voor haar, toeschrijf.

De bootsman, die den vorigen avond te diep in het glas had gekeken, en zooals Jack terecht vermoedde het raam geopend had, omdat hij zich onpasselijk gevoelde, werd wakker gemaakt en sprong, toen hij hoorde hoe laat het al was, ijlings uit bed om zoo spoedig mogelijk zijn kleeren aan te schieten.

Dicht bij de deur stond onze zwarte bediende, die zelf al niet aan een parfumeriewinkel deed denken, op orders te wachten, met een handdoek voor het schoonvegen van borden en glazen, die mij reeds dadelijk onpasselijk maakte; ik viel half ziek op den eersten zetel neer. Na eenige oogenblikken kwam ik wat bij, spande mijne oogen zoo goed mogelijk in en waagde het in 't rond te zien.

In korten tijd maakte Dorus groote vorderingen, hij verslond boeken en noten om 't hardst; maar evenals de onverzadelijke, die te snel eet en te veel op eens, zich de maag overlaadt en onpasselijk wordt, zóó ging het ook hem. Hij zag er bleek, afgemat en zwak uit.

Ik ben haast onpasselijk van de warmte en je hoort me niks zeggen." "Hadden we maar wat zure balletjes gekocht." "Ja... hadden we maar! Daar schiet je nou niet mee op." De weg maakte een kromming en lei weer rechtuit, lang, lang-rechtuit. Aan weerszijden weiden en koebeesten, slooten en knotwilgen. Geen enkele woning in 't zicht. Brandend, verschroeiend scheen de zon.

Er zijn menschen, die het niet kunnen verdragen, aan grauw papier te ruiken; zij worden daarvan onpasselijk; anderen gaat het door merg en been, als men met een spijker op een glasruit krast: ik voor mij heb een dergelijk gevoel, als ik u «jij» en «jou» tegen mij hoor zeggen: ik gevoel mij daardoor, evenals in mijn eerste stelling bij u, terneergedrukt.

Ik kom nooit meer in dat café, peinsde Snepvangers ik zou altijd zijn gelaat zien en denken aan de partijtjes domino. Hij had zijn middagslaapje gedaan zooals gewoonlijk... en toen hij wakker werd was hij onpasselijk... Hij kon niet opstaan uit zijn zetel... Clemence, zei hij tot zijn zuster, laat Peer De Backer roepen...

Toen de schaal dus bij mij kwam, nam ik met echte doodsverachting een slok van dezen, in dat land geliefkoosden drank, die naar zeepsop smaakt; ik vreesde het volgend half uur onpasselijk te worden, en kwam eerst weer op mijn verhaal, toen mijnheer Krüger mij en den overigen manlijken gasten een sigaar aanbood.

»De jongedame kan onpasselijk zijn!" poogde de heer De Milde te verklaren. Het was een eigenaardige trek van dezen trouwen ambtenaar der gemeente, dat hij in het gesprek allerlei stadhuiswoorden en boekachtige volzinnen bezigde. »Mij zou zoo'n engagement niet bevallen!" oordeelde Willemien, terwijl de donkere oogen vrijmoedig in 't rond zagen.

Hij was zoo ontmoedigd en zoo treurig, dat hij op zijne kamer is gegaan en langen tijd daar in eenzaamheid bleef zitten. Dan heeft hij eenen bode naar sher Rijkaards Steen gezonden om jonkver Placida te melden dat hij onpasselijk was en niet kon uitgaan. Inderdaad, hij is den ganschen dag te bed gebleven. Ik was zeer angstig bij de gedachte dat eene erge ziekte hem bedreigde ..." "Ziek? hij ziek?

Woord Van De Dag

furieuze

Anderen Op Zoek