Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 mei 2025


Hoewel de man ziek ligt, geloof ik toch, dat zijn toestand niet zoo is, als gij meent. Dapper moedig stout onbevreesd onverschrokken onversaagd. Geen gevaar ontziende. ~Moedig~ geeft te kennen, dat men overtuigd is van eigen kracht, om het gevaar te overwinnen. Een ~moedig~ gemzenjager klimt langs afgronden, om zijn doel te bereiken.

Er zijn niet vele Valken, die het nest van den Koningsvogel durven naderen; zelfs de Kat blijft zooveel mogelijk thuis; mocht zij zich al eens vertoonen, dan wordt zij door den kleinen held, die even onbevreesd is als de stoutmoedigste Arend, zoo snel en krachtig bestookt, en door telkens herhaalde aanvallen, die van alle zijden komen, zoozeer in 't nauw gebracht, dat haar niets anders overblijft dan de vlucht te nemen en naar huis terug te keeren.

Het woelige viertal at steeds apart met juffrouw Frantzen, op Mathilde's uitdrukkelijk verzoek, daar mevrouw Van Erlevoort niets liever had gewild, dan de geheele bende met de dikke juffrouw aan tafel te zien, onbevreesd haar fijn damast met de saus overstroomd, eenige glazen gebroken, of kleine vingertjes in de compôte aan het grabbelen te zien.

De persoon, die u dit briefje zal ter hand stellen, heeft in last u tot mij te brengen. Ik wacht u. Kom onbevreesd." De heer Leblanc had geschreven. Thénardier hernam: "Wacht! schrap "kom onbevreesd" uit; 't zou kunnen doen vermoeden dat er iets achter schuilt, en wantrouwen inboezemen." De heer Leblanc schrapte de beide woorden uit. "Zet nu uw naam," zeide Thénardier; "hoe heet ge?"

Bekoorlijk wezen!" vervolgde hij, haar naderende, maar met grooten eerbied: "Zoo jong, zoo schoon, zoo onbevreesd voor den dood! en toch veroordeeld om te sterven, en dat wel een schandelijken en pijnlijken dood! Wie zou niet om u weenen? Tranen, sedert twintig jaren vreemd aan deze oogen, bevochtigen mijn wangen, als ik u aanzie! Maar het moet zoo zijn; niets kan thans uw leven redden.

Terwijl de Kerels als eene uitdaging hun lied over de Markt deden schallen, zagen de Fransche ridders en wapenknechten verwonderd op naar deze handvol mannen, die zoo onbevreesd en vroolijk schenen, een oogenblik zelfs voor hunne nederlaag en hunnen dood.

"Klim hier onbevreesd uit," zeide zij tegen Hendrik: "het regent buiten: de lucht is bewolkt: niemand zal u zien." Hendrik had den linkervoet reeds buiten het venster gestoken, terwijl hij, den rechterarm om den hals van het lieve meisje slaande, haar den vaarwelkus op den rozenmond drukte.

Voordat wij ons te slapen legden, viel de oudste Otaheiter op de knieën, en zeide met gesloten oogen een lang gebed op in zijne moedertaal. Hij bad zooals een goed christen doen zou, met gepasten eerbied en onbevreesd dat hij zich door teekenen van vroomheid belachelijk zou maken. Gedurende den maaltijd zou geen der mannen voedsel aanraken, zonder vooraf een kort gebed op te zeggen.

Geef mij een paard, dat onvermoeid, onbevreesd en onkwetsbaar is, een zwaard, dat altijd scherp blijft en steeds treft, en maak mijzelf onkwetsbaar. Dwaas, die gij zijt! zeide de Derwisch; gij verlangt uw eigen ondergang, want wie bloed vergiet, diens bloed zal vergoten worden. Maar het zij zoo, gij zult hebben wat gij verlangt!

De witte gloed van een der zoeklichten straalde neer, en viel een oogenblik op hem, en hij stond daar, reusachtig, met één hand ten hemel geheven. Eén oogenblik straalde hij, en keek onbevreesd in de met sterren bezaaide hemeldiepten; gekleed in maliën, jong en sterk, vastberaden en kalm.

Woord Van De Dag

vreugdelooze

Anderen Op Zoek