Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


Reeds in 1847 was Rotterdam met Amsterdam door een spoorweg verbonden; in 1850 kwam de spoorwegverbinding met Utrecht en daardoor met Duitschland tot stand; in 1872 werd de aansluiting met Dordrecht en verder met de Noord-Brabantsche en Belgische lijnen verkregen en werden de grootste en moeielijkste spoorwegbruggen over de breede wateren in het moerassige deltaland tot stand gebracht.

Daardoor is Breda sedert tal van jaren van een Noord-Brabantsche stad in een nationale nederzetting veranderd, waar bewoners, afkomstig uit schier alle provinciën van Nederland, zich hebben gevestigd, hetzij tijdelijk of voor goed.

De vrouwenmuts in het Land-van-Hulst, van fijne kant vervaardigd, gelijkt niet op de mutsen, elders in Zeeland gedragen, maar komt meer met de Noord-Brabantsche overeen; bij beide daalt de kant naar beneden en van achteren komen de vleugels of slippen wel bij elkander, maar eenvoudig tot den hals en niet met een lange strook langs den rug. Onder de bovenmuts wordt een zwart zijden ondermutsje gedragen, veel in kleur en stof verschillend van de Walcherensche en Goesche muts. De muts wordt naar het zuiden meer Brabantsch, zoodat men den overgang kan waarnemen. Bij de mutsen gebruikt men een weelde van spelden als nergens anders; bij haar toilet gebruikt het Hulster meisje alleen voor haar muts wel 300

Ze is als het ware het overgangs-type tusschen de Noord-Brabantsche, sterk-Belgische vormen en de zuiver Hollandsche vormen van Zuid-Holland en Zeeland. Deze strakke muts wordt echter veelvuldig gevarieerd in een mooier en rijker bewerking. Dan wordt het de dubbele muts. De hoofdvorm blijft dezelfde.

Wij bevinden ons bij de Groote Markt te Breda, een gezellig plein; vooral op de marktdagen, als de eenvoudige boerinnen uit de baronie hier hun produkten van tuin of stal aanvoeren, is 't er schilderachtig. De Boterhal aan de markt geeft dan een eenigen blik in het Noord-Brabantsche volksleven.

Litterarische en theologische vijanden hebben, de eenen bij zijn leven, de anderen kort na zijn dood, door uit te brengen dat hij de zoon was van een zuidhollandsch dorpspastoor, in strijd met kerkgeloften bij eene noord-brabantsche dienstbode of huishoudster gewonnen, een smet op zijne geboorte meenen te werpen.

XXXVI, bl. 45; de Veluwsche schaapskermis, beschreven in den Gelderschen Volksalm. 1862, bl. 151; de Mulderskermis; de Haagsche Boschkermis; ja, men spreekt zelfs van een kermis op het ijs. Minder bekend is de Noord-Brabantsche schaapskermis.

Pieter vond hier alles in welstand, maar hij voelde zich thuis als een vreemde. De beide zoons van zijn oom Casper bleken gestorven, en omtrent zijn oom Boudewijn vernam hij, dat die met zoon en dochter sinds jaren naar het Noord-Brabantsche dorpje Oosterhout vertrokken was. Pieter besloot nu, daar heen te gaan, om zijn oom op te zoeken.

Toch komen zulke geheel oude en verouderde spelwyzen, als by de belgisch-brabantsche geslachtsnamen zoo veelvuldig bestaan, by de noord-brabantsche in veel geringer aantal voor. En al zijn het oorspronkelik de zelfde namen, noord en zuid van de grenzen, dan vertoonen die welke in Noord-Brabant inheemsch zijn, meer de nieuere spelling.

Zijn bezoek was grootpapa eene welkome afleiding; nu tot kapiteinsrang geklommen, en niet meer in werkelijken dienst, evenals deze zelf, was de distantie genoegzaam weggevallen, om op zekeren voet van gelijkheid met elkaar om te gaan. Ik begreep hoezeer een derde persoon de gezelligheid zou aanbrengen; een persoon meer was zoo'n groot verschil niet bij onze nu eenvoudige leefwijze, een kamer in de dichte nabijheid van grootpapa's appartement was licht te arrangeeren; als Rolf van zijn pensioen moest leven, kwam die schikking hem zeker te stade; wij sloegen het hem voor en het werd dadelijk aangenomen. Ik hernam mijn commandement over hem, zooals hij zich uitdrukte; hij trachtte zich nuttig te maken op iedere wijze, en zijne goede luim vervroolijkte den generaal, al waren zijn aardigheden noch frisch noch fijn van gestalte; genoeg, ik was tevreden met deze uitkomst: een winter die zich bezwaarlijk had laten aanzien, ging nu vrij rustig en zonder al te groote verveling om; daar kreeg Rolf de tijding, dat hem eene niet onbelangrijke erfenis te beurt was gevallen van een zijner Noord-Brabantsche verwanten. Na eene korte absentie keerde hij tot ons terug en stelde voor te blijven, mits hij zijn aandeel mocht bijdragen tot de menage. Hij was nu bemiddeld en kon geen genadebrood eten, zooals hij het noemde; integendeel, de generaal moest hem toestaan, zoo eens het zijne te doen ter veraangenaming van het leven. Dit scheen billijk, en ik moest wel toestemmen, daar ik wist hoezeer grootpapa, die een verfijnden smaak heeft en op zijne aisances gesteld is, zekere ontberingen met heimelijk leedgevoel droeg; ik gaf dus toe, dat Rolf op zijne eigene hand zekere luxe zou invoeren, maar ik had niet kunnen voorzien welke proportiën deze zucht om het zich goed te maken zoude aannemen. Rolf had nooit levensgenot gekend, en hij achtte nu zijn tijd gekomen om te genieten; de eenige genietingen waarvoor een man op zijn leeftijd, en die voor geenerlei intellectueel genot zin had, nog vatbaar was, waren die van de tong, en grootpapa was het in dezen volkomen met hem eens. Zoo zeer zelfs, dat hij hem in allerlei dwaze verkwistingen liet begaan, zonder zich daar tegen te stellen, ja, die aanmoedigde zooals gij gehoord hebt, zoodat ik hier dagelijks smulpartijen en zwelgerijen moet bijwonen

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek