United States or Honduras ? Vote for the TOP Country of the Week !


De veronderstelling biedt zich aan, dat door deze verplaatsing de held in aanraking gekomen zou zijn met Noach, naar wiens ontmoeting hij het verlangen reeds geuit heeft ; welke opwelling van Segol Bilderdijk in zijn voorrede heeft aangeduid, als een voorbereiding om Noach te doen "optreden."

Ik wees hem den koffer, waar don Abel reeds alles had ingepakt en vroeg hem, of die hem niet te zwaar was om alleen te dragen. "Te zwaar!" zei hij. "Als 't is om het goed van anderen weg te nemen, dan zou ik den heelen ark van Noach wel kunnen dragen." Hij nam daarop den koffer op zijn schouders en ging met lichten tred naar beneden.

Hij zegt: "de afmetingen van de Groote Pyramide benaderen in de oude ellematen de ark van Noach op zulk een wijze, dat ik niet kan aarzelen, hoe nieuw het denkbeeld ook is, eene vergelijking te trekken". Aangezien wij later op de maten-theorie zullen terugkomen, zullen wij deze theorie alsdan nogmaals in verband met deze beschouwen.

Men kan zich voorstellen, hoe de Aartsvader, als later met Abraham geschiedde, om niet in de afgoderij zijner stamgenooten te vervallen, verre van hen is afgeroepen, onder een geheel hem vreemde, doch voor hem niet gevaarlijke woestheid: en de dichter heeft aanleiding gevonden tot die voorstelling in het door hem vermelde apocryfe boek aan Henoch toegeschreven, waar God den Aartsengel Uriël tot Noach zendt met den last: "zeg hem in mijnen naam: verberg u zelven: en maak hem het naderend einde bekend, dat geheel de aardbodem vergaan zal."

Neen, er zal niet gezegd worden dat het licht dat ons bestraalt, wordt weggezet onder de korenmaat, en niet ook dat wy gierig zyn in het meedeelen van het brood des eeuwigen levens! Slaat het oog op de eilanden des Indischen Oceaans, bewoond door millioenen en millioenen kinderen des verstooten zoons en des te-recht verstooten zoons van den edelen God gevalligen Noach!

Als de duif, die in de Ark aan Noach een' olijftak bracht, is Vicente Pinzon, nu hij Columbus levende bloemen komt aanbieden. Het volk op de drie schepen verkeert in eene ongekende spanning. Het staart met brandende blikken naar den gezicht-einder.

Voorbereiding ziet men zekerlijk gemaakt om Noach op te doen treden; maar hoe, blijft voorzeker den lezer een raadsel, zoowel als de algeheele verwikkeling, die van oogenblik tot oogenblik groeien moet, en hare ontknoping in eens bereikt als het oogenblik der verdelging daar is, waarvan het ontzettende met eene duidelijkheid van voorstelling gepaard moet gaan, die geheel de vorming der aarde tot grond heeft, in wier gantsche wording de lezer vooral moet ingelijfd worden.

Als zij ons hadden kunnen bereiken, dan was dit omdat het water de gangen niet meer geheel vulde. Deze ratten waren voor onze gevangenis, wat de duif voor de ark van Noach was: het einde van den zondvloed. Bergounhoux, sprak de meester, terwijl hij zich tot aan de bovenste trede oprichtte, vat maar weer moed.

"O, dan zul je daar zeker nog al in thuis wezen." Jochem slaat een schuin linkschen blik op het borstbeeld van Bilderdijk, dat op de hooge boekenkast staat, en zegt: "Zou 'k oe verzuuken domenei!" "Komaan Jochem, dan moest jij me eens op den weg helpen...." Jochem, steeds naar boven ziende, knijpt een oog dicht, en drukt de lippen opeen. "Nietwaar Jochem, Noach had drie zonen?" "Joa wel!"

»Mijnheer zal gelijk hebben, maar ik ken in den ganschen kalender geen heilige of martelaar die zoo heet, ofschoon ik mij heb laten vertellen, dat het toch een bijbelsche moet zijn." »Wel zeker is het dat; een Oud-Testamentische, denk maar aan Noach: Sem, Cham en Jafet!"