Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Eén vooral sneed zij door de ziel. Bij de soldaten stond een vat, gevuld met wijn en water. Gevoelden zij zich uit medelijden opgewekt om een der lijders een lafenis te brengen, dan konden zij met een spons de lippen der ongelukkigen bevochtigen. Terwijl Ben-Hur die mogelijkheid overdacht, en zich daarbij herinnerde hoe de Nazarener hem bij de bron te Nazareth verkwikt had, riep deze: Mij dorst!

Laat ons geduld oefenen. Zoo zij het, beaamde Balthasar. Ik heb nog meer te vertellen, vervolgde Ben-Hur, nog grootere dingen. Wij waren op weg naar Naïn. Vlak bij de poort kwamen wij een begrafenisstoet tegen. De Nazarener bleef staan om de treurenden te laten voorbijgaan. Eene vrouw volgde bitter schreiende. Ik zag dat hij door medelijden bewogen werd. Hij trad op haar toe, en sprak haar aan.

Hij moest ten laatste erkennen, dat de Nazarener gekomen was, om allen, die zich willen laten leiden, over de grens van het aardsche te voeren in het rijk, dat hem bereid was door God. Het was hem eensklaps, als hoorde hij weder de woorden van den Nazarener, toenmaals niet begrepen, en bijna vergeten: Ik ben de Opstanding en het Leven.

Met oogen vol tranen zag Esther de schreiende vrouwen na, totdat zij uit het gezicht verdwenen waren. Kom, zeide Simonides, laat ons verder gaan. Ben-Hur hoorde hem niet, hij was te zeer getroffen door de tegenstelling: de woeste, bloeddorstige menschenmassa tegenover de zachtmoedigheid van den Nazarener, die het land was doorgegaan goeddoende, zieken genezende, armen weldoende.

Toen zouden hem slechts een paar duizend menschen bijgevallen zijn, heden zouden millioenen aan zijne roepstem gehoor geven. Dezen gedachtengang volgende kwam Ben-Hur tot het besluit, dat de Nazarener achter zijn zachtmoedig voorkomen en onbegrijpelijke zelfverloochening staatkundige plannen verborg. Herhaaldelijk kwamen ernstig, door de zon gebruinde mannen Ben-Hur aan de tent bezoeken.

Hij was nog niet opgestaan, doch beval dat men hen binnen zou laten. Vrede zij u, broeders, zeide hij, want het waren twee vertrouwde hoofdlieden van het Galileesche legioen. Neemt plaats! Neen, antwoordde de oudste kortaf. Zitten en rusten wil zooveel zeggen als den Nazarener te laten sterven. Sta op, zoon van Juda, en ga met ons. Het oordeel is uitgesproken, de kruispaal wordt opgericht.

Hij was niet met zichzelf tevreden. Hij wist waar de Nazarener te vinden was, daar, waar de meeste flambouwen waren. Op eens nam hij een besluit. Hij moest hem nog eenmaal zien, hem ééne vraag voorleggen. Haastig ontdeed hij zich van zijn overkleed en hoofddoek, wierp ze op het muurtje, en vloog de bende achterna.

Een der soldaten trad op den Nazarener toe en bood hem te drinken, maar hij weigerde. Toen kwam een ander bij hem, nam hem het opschrift van den hals, en bevestigde dat aan het bovengedeelte van het kruis. Hiermede waren de voorbereidingen afgeloopen. De kruisen zijn gereed, zeide de hoofdman tot den priester. Laat de godslasteraar het eerst zijne straf ontvangen, antwoordde hij.

En ieder die den Nazarener bespot had, ieder, die hem geslagen had, die ingestemd had met den kreet: kruis hem! kruis hem! ieder, die in den stoet had meegeloopen, ieder, die hem in zijn hart dood gewenscht had, kreeg een gevoel, alsof hijzelf meer dan iemand anders schuld had aan het gebeurde, en hij zich, als zijn leven hem lief was, zoo spoedig mogelijk uit de voeten moest maken.

Die allen drongen voorwaarts om een armen Nazarener te zien sterven, een misdadiger tusschen misdadigers. Behalve die duizenden Joden, waren er nog duizenden anderen, die de Joden haatten en verachtten: Grieken, Romeinen, Arabieren, Syriërs, Afrikanen, Egyptenaren, zoodat de geheele wereld bij de kruisiging tegenwoordig scheen te zullen zijn.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek