United States or Brunei ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik geloof, dat we veilig zijn, zoolang we zwijgen. Doch laat ons voor de securiteit nog eens zweren." "Best." Dus zwoeren de knapen ten tweede male met dure eeden. "Wat zeggen de menschen toch, Huck? Ik heb er nog zoo weinig van gehoord." "Zeggen! 't Is Muff Potter en 't blijft Muff Potter. Het koude zweet staat mij op 't voorhoofd, als ik het hoor, en ik zou wel onder den grond willen kruipen."

Petersburg was een klein steenen gebouw, dat in een moeras vlak buiten het stadje lag, en waarvoor geen schildwachten noodig geacht werden. Zij was zelden bezet en Tom kon er dus veilig heengaan om Muff Potter de offeranden te schenken, waarmede hij zijn geweten weder eenigszins tot rust zocht te brengen.

"Zoo gaat het mij ook. Ik weet, dat hij er om koud is. Heb je niet somtijds medelijden met hem?" "Ja, dag en nacht. 't Is wel geen beste, die Muff Potter, maar hij heeft nooit iemand kwaad gedaan. Hij bedelt wel eens langs de straat om geld te krijgen voor drank en hij loopt ook te luieren, maar o, Heertje, dat doen we allemaal, ten minste de meesten, vooral de dominees en dat slag van volk.

"En bovendien, wie weet of die plank hem niet gedood heeft!" "Neen, dat geloof ik niet, Tom. Hij was dronken, dat kon ik wel zien; dronken, net als altijd. Wel, als Pop zat is, kun je wel een kerk op zijn hoofd laten invallen, zonder dat 't hem deert. Dat zeit hij zelf. Zoo is het natuurlijk precies met Muff Potter.

De schare maakte nu plaats voor den sherif, die met veel praalvertoon Muff Potter bij den arm leidende, in haar midden ging staan. De arme man zag er verwilderd uit en zijne oogen verrieden den doodsangst, waarin hij verkeerde. Toen hij tegenover den verslagene stond, was het alsof hij door eene beroerte getroffen werd; hij verborg zijn gelaat in zijne handen en barstte in tranen uit.

Sidderend fluisterde Huckleberry: "Het zijn de duivels, dat is zeker. Drie! O God. Tom! het is met ons gedaan. Kun je bidden?" "Ik zal het probeeren; wees maar niet bang. Zij zullen ons geen kwaad doen. Ik ga plat op den grond liggen slapen. Ik ..." "Ik ..." "Wat is er, Huck." "Het zijn duivels in menschengedaante! Een van hen ten minste heeft de stem van Muff Potter!" "'t Is toch niet waar?"

Doch iedereen was aan het praten en verdiept in het vreeselijk schouwspel, dat zich voor het oog vertoonde. "Die arme man! Het is een goede les voor lijkendieven. Muff Potter zal er voor hangen, als ze hem krijgen!" Dit was zoo ongeveer de loop van het gesprek op het kerkhof en de dominee maakte de opmerking, "dat het een 'Godsoordeel' was en dat des Heeren hand hier kennelijk werd gezien."

Nu werd er een getuige voorgeroepen die verklaarde, dat hij Muff Potter in den vroegen morgen van den dag, waarop de moord ontdekt was, zich in een beek had zien wasschen en onmiddellijk daarop door het kreupelhout wegsluipen. Nadat dien getuige enkele vragen gedaan waren, zeide de openbare aanklager; "Hebt gij den getuige nog verder iets te vragen?"

Er was, zoo luidde het gerucht, een bebloed mes vlak bij den vermoorden man gevonden, en dat mes was door iemand herkend als aan Muff Potter toe te behooren. En, werd er verder verteld, een man, die laat in den nacht op weg was geweest, had om twee uren na middernacht Potter zich aan een beek zien staan wasschen en toen op eens wegsluipen.

Zooals dat gewoonlijk gaat, koesterde de veranderlijke, onredelijke wereld Muff Potter aan haar hart en vertroetelde hem even dwaas als zij hem te voren had beschimpt. Doch aangezien deze gewoonte de menschheid eer tot lof dan tot blaam strekt, zou het onheusch zijn er haar een verwijt van te maken.